Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. omhoogschieten:
  2. omhoog schieten:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für omhoogschieten (Niederländisch) ins Englisch

omhoogschieten:

omhoogschieten Verb (schiet omhoog, schoot omhoog, schoten omhoog, omhooggeschoten)

  1. omhoogschieten
    to shoot up
    • shoot up Verb (shoots up, shot up, shooting up)

Konjugationen für omhoogschieten:

o.t.t.
  1. schiet omhoog
  2. schiet omhoog
  3. schiet omhoog
  4. schieten omhoog
  5. schieten omhoog
  6. schieten omhoog
o.v.t.
  1. schoot omhoog
  2. schoot omhoog
  3. schoot omhoog
  4. schoten omhoog
  5. schoten omhoog
  6. schoten omhoog
v.t.t.
  1. ben omhooggeschoten
  2. bent omhooggeschoten
  3. is omhooggeschoten
  4. zijn omhooggeschoten
  5. zijn omhooggeschoten
  6. zijn omhooggeschoten
v.v.t.
  1. was omhooggeschoten
  2. was omhooggeschoten
  3. was omhooggeschoten
  4. waren omhooggeschoten
  5. waren omhooggeschoten
  6. waren omhooggeschoten
o.t.t.t.
  1. zal omhoogschieten
  2. zult omhoogschieten
  3. zal omhoogschieten
  4. zullen omhoogschieten
  5. zullen omhoogschieten
  6. zullen omhoogschieten
o.v.t.t.
  1. zou omhoogschieten
  2. zou omhoogschieten
  3. zou omhoogschieten
  4. zouden omhoogschieten
  5. zouden omhoogschieten
  6. zouden omhoogschieten
diversen
  1. schiet omhoog!
  2. schiet omhoog!
  3. omhooggeschoten
  4. omhoogschietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für omhoogschieten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
shoot up omhoogschieten

Wiktionary Übersetzungen für omhoogschieten:

omhoogschieten
verb
  1. met grote snelheid omhooggaan of toenemen

omhoog schieten:

omhoog schieten Verb (schiet omhoog, schoot omhoog, schoten omhoog, omhoog geschoten)

  1. omhoog schieten (uit de grond schieten; opschieten)
    to sprout
    • sprout Verb (sprouts, sprouted, sprouting)

Konjugationen für omhoog schieten:

o.t.t.
  1. schiet omhoog
  2. schiet omhoog
  3. schiet omhoog
  4. schieten omhoog
  5. schieten omhoog
  6. schieten omhoog
o.v.t.
  1. schoot omhoog
  2. schoot omhoog
  3. schoot omhoog
  4. schoten omhoog
  5. schoten omhoog
  6. schoten omhoog
v.t.t.
  1. ben omhoog geschoten
  2. bent omhoog geschoten
  3. is omhoog geschoten
  4. zijn omhoog geschoten
  5. zijn omhoog geschoten
  6. zijn omhoog geschoten
v.v.t.
  1. was omhoog geschoten
  2. was omhoog geschoten
  3. was omhoog geschoten
  4. waren omhoog geschoten
  5. waren omhoog geschoten
  6. waren omhoog geschoten
o.t.t.t.
  1. zal omhoog schieten
  2. zult omhoog schieten
  3. zal omhoog schieten
  4. zullen omhoog schieten
  5. zullen omhoog schieten
  6. zullen omhoog schieten
o.v.t.t.
  1. zou omhoog schieten
  2. zou omhoog schieten
  3. zou omhoog schieten
  4. zouden omhoog schieten
  5. zouden omhoog schieten
  6. zouden omhoog schieten
diversen
  1. schiet omhoog!
  2. schiet omhoog!
  3. omhoog geschoten
  4. omhoog schietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für omhoog schieten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sprout bloesem; jonge plant; loot; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek; stekje
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sprout omhoog schieten; opschieten; uit de grond schieten afkomstig zijn; afstammen; kiemen; ontkiemen; ontspruiten; spruiten; stammen; uit de kiem te voorschijn komen; voortkomen
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sprout ontkiemd