Most Recent niederländische Words:

voorhand houterig oprichten opgericht penalty de peuter peuteren strijken streek tussenlassen dichtbinden straat kern paring school school- haak haakje bunker bunkeren onecht weglekken toeslag landing aandrang woeden verordenen durven durf omkeren abrupt omkeer planeet materie bek bekken pittig pittigheid naleving fret neerslag volk failliet laat laatste slenteren geknor breedte rekwireren aardkorst trampoline hoepel hoepelen restant doordacht doordenken oxidatie nakomen arbeidend saai couvert galant couverts kroot inkopen slampamper gehoor nuttig nuttigen smoren zaagsel knorrig vuurhaard wedloop daarnet stenen cara rul bestuur besturen nadruk manuaal handig koord handigheid ensceneren koorden sloffen slof begeren bron ineens aandraaien auditie ontmoeten flat hulpmiddel postulaat principe lijden delen deel zout knijpen zouten knijp meestens bevoelen jaloezie tumult opsommen voorsprong handhaving plaatsvinden gelden geld lood loden test testen ommuring paniek steeds film filmen voorlichten voortbrengen meppen mep borger volbrengen afzetlint bruikbaar krenken paardenvlees uitschrijven uitgeschreven opgaan repliek inschakelen cholera afweren afweer faam wijzer kokkerd puin kogel onderkomen kogelen heupgewricht discussie tuig schuiven schoof schoven intomen opvarende griet zeggen voertuig kattig roem roemen piepen kloot vakgenootschap snoezig intimideren lokken spruit lok spruiten globe lengen wachtrij laf daarvan leven levens afsluitboom uitbreiden hengst hengsten groeve onder oer noestigheid dresseren bemiddelen bemiddelend haarlijn verrijden trip tegenwoordig scherm schermen schol scholen