Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für druilen (Niederländisch) ins Englisch
druilen:
Konjugationen für druilen:
o.t.t.
- druil
- druilt
- druilt
- druilen
- druilen
- druilen
o.v.t.
- druilde
- druilde
- druilde
- druilden
- druilden
- druilden
v.t.t.
- heb gedruild
- hebt gedruild
- heeft gedruild
- hebben gedruild
- hebben gedruild
- hebben gedruild
v.v.t.
- had gedruild
- had gedruild
- had gedruild
- hadden gedruild
- hadden gedruild
- hadden gedruild
o.t.t.t.
- zal druilen
- zult druilen
- zal druilen
- zullen druilen
- zullen druilen
- zullen druilen
o.v.t.t.
- zou druilen
- zou druilen
- zou druilen
- zouden druilen
- zouden druilen
- zouden druilen
diversen
- druil!
- druilt!
- gedruild
- druilend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für druilen:
Verwandte Wörter für "druilen":
druilen form of druil:
Übersetzung Matrix für druil:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
moper | druil | chagrijn; druiloortje; spelbreker |
Verwandte Wörter für "druil":
Wiktionary Übersetzungen für druil:
druil
noun
-
scheepvaart|nld de achterste mast op een loggergetuigd schip
- druil → spanker