Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. misselijkheid:
  2. misselijk:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für misselijkheid (Niederländisch) ins Englisch

misselijkheid:

misselijkheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de misselijkheid (onpasselijkheid; ongesteldheid)
    the nausea; the sickness; the illness; the rottenness

Übersetzung Matrix für misselijkheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
illness misselijkheid; ongesteldheid; onpasselijkheid ongemak; ziekte
nausea misselijkheid; ongesteldheid; onpasselijkheid
rottenness misselijkheid; ongesteldheid; onpasselijkheid bedorvenheid; rotheid; vergaanheid; verrotheid
sickness misselijkheid; ongesteldheid; onpasselijkheid

Verwandte Wörter für "misselijkheid":


Wiktionary Übersetzungen für misselijkheid:

misselijkheid
noun
  1. vorm van onpasselijkheid die gepaard kan gaan met een neiging tot braken, als signaal van het lichaam dat er iets mis is of als reactie op iets onaangenaams
misselijkheid
noun
  1. feeling of physical unwellness, usually with the desire to vomit
  2. the state of being vile

Cross Translation:
FromToVia
misselijkheid wickedness; naughtiness méchancetépenchant à faire du mal ; mauvaiseté.
misselijkheid nausea nauséeenvie de vomir.

misselijk:

misselijk Adjektiv

  1. misselijk (onpasselijk; naar; onwel)
    nauseous; sick; nasty; sickly

Übersetzung Matrix für misselijk:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
nasty misselijk; naar; onpasselijk; onwel achterbaks; banaal; donker; doortrapt; dubieus; duister; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; glibberig; gluiperig; grof; in het geniep; kwalijk; laag-bij-de-grond; leep; listig; lomp; obscuur; onguur; pesterig; plat; platvloers; ploertig; schunnig; slinks; sluw; snood; stiekem; triviaal; uitgekookt; verdacht; vunzig
nauseous misselijk; naar; onpasselijk; onwel beroerd; doodmisselijk; doodziek; kotsmisselijk; spuugmisselijk; spuugzat
sick misselijk; naar; onpasselijk; onwel beu; bleekjes; gruwelijk; pathologisch; pips; slap; slapjes; spuugmisselijk; spuugzat; wee; ziekelijk; zwak
sickly misselijk; naar; onpasselijk; onwel armetierig; kwijnend; ongezond; ziekjes

Verwandte Wörter für "misselijk":


Verwandte Definitionen für "misselijk":

  1. gemeen, onuitstaanbaar1
    • wat een misselijke streek1
  2. met akelig gevoel in je buik, alsof je moet overgeven1
    • hij werd misselijk van al die taart1

Wiktionary Übersetzungen für misselijk:

misselijk
adjective
  1. tot braken geneigd
  2. een nare indruk makend, onuitstaanbaar
misselijk
adjective
  1. Afflicted with nausea
  2. not feeling well due to an upset digestive system
  3. having an urge to vomit
  4. experiencing or causing nausea or uneasiness