Englisch
Detailübersetzungen für Diedrich (Englisch) ins Niederländisch
Diedrich: (*Wort und Satz getrennt)
- die: vallen; sterven; overlijden; doodgaan; wegvallen; omkomen; bezwijken; inslapen; heengaan; kapotgaan; dobbelsteen; verscheiden; ontslapen; vorm; mal; matrijs; gietvorm; modelvorm; verrekken; creperen; zieltogen; versterven; breken; sneuvelen; kapot gaan; stuk gaan; stempelen; stempel zetten; in de oorlog omkomen; verhongeren; hongeren; hongerlijden
- rich: zwaar; machtig; moeilijk verteerbaar; slecht verteerbaar; overvloedig; ruimschoots; royaal; rijkelijk; scheutig; welvarend; welgesteld; florerend; bulken
Computerübersetzung von Drittern: