Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Englisch ->Suche: jeukend

Niederländische und englische Suchergebnisse für: jeukend

Übersicht

Niederländisch nach Englisch: mehr Daten

jeuken:
- itch; tickle; titillate
Wiktionary:
- jeukend → itchy
- jeuken → itch
- jeuken → itch

Niederländisch

Detailübersetzungen für jeukend (Niederländisch) ins Englisch

jeuken:

jeuken Verb (jeuk, jeukt, jeukte, jeukten, gejeukt)

jeuken
to itch; to tickle; to titillate
- itch Verb (itches, itched, itching)
- tickle Verb (tickles, tickled, tickling)
- titillate Verb (titillates, titillated, titillating)

Konjugationen für jeuken:

o.t.t.

jeuk
jeukt
jeukt
jeuken
jeuken
jeuken

o.v.t.

jeukte
jeukte
jeukte
jeukten
jeukten
jeukten

v.t.t.

heb gejeukt
hebt gejeukt
heeft gejeukt
hebben gejeukt
hebben gejeukt
hebben gejeukt

v.v.t.

had gejeukt
had gejeukt
had gejeukt
hadden gejeukt
hadden gejeukt
hadden gejeukt

o.t.t.t.

zal jeuken
zult jeuken
zal jeuken
zullen jeuken
zullen jeuken
zullen jeuken

o.v.t.t.

zou jeuken
zou jeuken
zou jeuken
zouden jeuken
zouden jeuken
zouden jeuken

diversen

jeuk!
jeukt!
gejeukt
jeukend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für jeuken:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
itch		jeuk; jeukerigheid; kriebel; kriebeling
tickle		gekietel; gekriebel; jeuk; jeukerigheid; kriebel
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
itch	jeuken	kriebelen
tickle	jeuken	kietelen; kittelen; kriebelen
titillate	jeuken	kietelen; kittelen; kriebelen

Verwandte Wörter für "jeuken":

jeuk

Wiktionary Übersetzungen für jeuken:

jeuken

verb

to feel the need to scratch
- itch → jeuken; kriebelen

Cross Translation:

From	To	Via
• jeuken	→ itch	↔ jucken — einen unangenehmen, stechenden Reiz (meist auf der Haut) verursachen, den man durch Kratzen beseitigen möchte
• jeuken	→ itch	↔ démanger — Faire éprouver une démangeaison.

Wiktionary Übersetzungen für jeukend:

jeukend

adjective

having or creating an itch
- itchy → jeukend