Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. doop:
  2. dopen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für doop (Niederländisch) ins Englisch

doop:

doop [de ~ (m)] Nomen

  1. de doop (doopsel)
    the baptism; the christening

Übersetzung Matrix für doop:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
baptism doop; doopsel
christening doop; doopsel

Verwandte Wörter für "doop":


Wiktionary Übersetzungen für doop:

doop
noun
  1. Christian sacrament with water

Cross Translation:
FromToVia
doop baptism; christening baptêmeimmersion rituelle par laquelle on est initié à la vie spirituelle.

dopen:

dopen Verb (doop, doopt, doopte, doopten, gedoopt)

  1. dopen
    to baptize; to christen; to name; to baptise
    • baptize Verb, amerikanisch (baptizes, baptized, baptizeing)
    • christen Verb (christens, christened, christening)
    • name Verb (names, named, naming)
    • baptise Verb, britisch

Konjugationen für dopen:

o.t.t.
  1. doop
  2. doopt
  3. doopt
  4. dopen
  5. dopen
  6. dopen
o.v.t.
  1. doopte
  2. doopte
  3. doopte
  4. doopten
  5. doopten
  6. doopten
v.t.t.
  1. heb gedoopt
  2. hebt gedoopt
  3. heeft gedoopt
  4. hebben gedoopt
  5. hebben gedoopt
  6. hebben gedoopt
v.v.t.
  1. had gedoopt
  2. had gedoopt
  3. had gedoopt
  4. hadden gedoopt
  5. hadden gedoopt
  6. hadden gedoopt
o.t.t.t.
  1. zal dopen
  2. zult dopen
  3. zal dopen
  4. zullen dopen
  5. zullen dopen
  6. zullen dopen
o.v.t.t.
  1. zou dopen
  2. zou dopen
  3. zou dopen
  4. zouden dopen
  5. zouden dopen
  6. zouden dopen
en verder
  1. ben gedoopt
  2. bent gedoopt
  3. is gedoopt
  4. zijn gedoopt
  5. zijn gedoopt
  6. zijn gedoopt
diversen
  1. doop!
  2. doopt!
  3. gedoopt
  4. dopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

dopen [het ~] Nomen

  1. het dopen
    the baptizing

Übersetzung Matrix für dopen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
baptizing dopen
name aanduiding; bekendheid; benaming; benoeming; faam; grammaticaal predikaat; merk; merknaam; naam; predikaat; reputatie; roep; term
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
baptise dopen
baptize dopen
christen dopen
name dopen benoemen; bestempelen; betitelen; een naam geven; noemen; opnoemen; opsommen; vernoemen

Verwandte Wörter für "dopen":


Wiktionary Übersetzungen für dopen:

dopen
verb
  1. iemand ritueel met water besprenkelen of erin onderdompelen en zodoende tot een geloof toelaten
  2. een naam geven
dopen
verb
  1. to initiate academic freshmen
  2. to perform the religious act

Cross Translation:
FromToVia
dopen baptize; baptise; christen; nickname baptiser — (religion) rendre chrétien par le baptême.