Übersicht
Niederländisch nach Englisch: mehr Daten
- staaf:
- afstaan:
- staven:
-
Wiktionary:
- staaf → ingot, bullion, bar
- afstaan → abandonment, surrender, open up, let oneself go, give up, renounce, resign, forgo, abandon, desert, forsake, leave, quit, cede, yield, give way, grant, accommodate, assign, abdication, disownment, abdicate, submit, drop, back up, pull back, push back, set back, delay, recoil, go backward, fall back, resist, flinch, step back, recede, regress, retrogress, postpone, adjourn, defer, procrastinate, shelve, put off
- staven → confirm, corroborate, acknowledge, affirm, establish, uphold, prove, demonstrate, show, attest, bear witness, testify, certify, witness, vouch
Niederländisch
Detailübersetzungen für staaf (Niederländisch) ins Englisch
staaf:
Übersetzung Matrix für staaf:
Verwandte Wörter für "staaf":
Verwandte Definitionen für "staaf":
Wiktionary Übersetzungen für staaf:
staaf
noun
-
a solid block of more or less pure metal
-
bulk quantity of precious metal
-
metallurgy: solid object of round, square, hexagonal, octagonal or rectangular section
-
solid object with uniform cross-section
afstaan:
-
afstaan (overgeven)
Konjugationen für afstaan:
o.t.t.
- sta af
- staat af
- staat af
- staan af
- staan af
- staan af
o.v.t.
- stond af
- stond af
- stond af
- stonden af
- stonden af
- stonden af
v.t.t.
- heb afgestaan
- hebt afgestaan
- heeft afgestaan
- hebben afgestaan
- hebben afgestaan
- hebben afgestaan
v.v.t.
- had afgestaan
- had afgestaan
- had afgestaan
- hadden afgestaan
- hadden afgestaan
- hadden afgestaan
o.t.t.t.
- zal afstaan
- zult afstaan
- zal afstaan
- zullen afstaan
- zullen afstaan
- zullen afstaan
o.v.t.t.
- zou afstaan
- zou afstaan
- zou afstaan
- zouden afstaan
- zouden afstaan
- zouden afstaan
diversen
- sta af!
- staat af!
- afgestaan
- afstaande
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
afstaan (aflevering; uitlevering; overdracht)
Übersetzung Matrix für afstaan:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
delivery | aflevering; afstaan; overdracht; uitlevering | aanbieding; afgifte; aflevering; bestelling; bevalling; bezorging; declamatie; editie; geboorte; geleverde; leverantie; levering; oplevering; overhandiging; uitgave; uitlevering; verlossing; versvoordracht; voordracht; wijze van voordracht; zending |
yield | baat; gewin; oogst; opbrengst; opbrengst van een gewas; product; profijt; rendement; rentabiliteit; uitkomst; voortbrengsel; winst | |
yielding | aflevering; afstaan; overdracht; uitlevering | opgave van de strijd; overgeven |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
cede | afstaan; overgeven | |
yield | afstaan; overgeven | akkoord gaan; instemmen |
Adjective | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
yielding | buigzaam; flexibel; gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend |
Wiktionary Übersetzungen für afstaan:
Cross Translation:
staaf form of staven:
-
staven (beamen; bevestigen; onderschrijven)
-
staven (bewijzen; aantonen)
Konjugationen für staven:
o.t.t.
- staaf
- staaft
- staaft
- staven
- staven
- staven
o.v.t.
- staafte
- staafte
- staafte
- staaften
- staaften
- staaften
v.t.t.
- heb gestaafd
- hebt gestaafd
- heeft gestaafd
- hebben gestaafd
- hebben gestaafd
- hebben gestaafd
v.v.t.
- had gestaafd
- had gestaafd
- had gestaafd
- hadden gestaafd
- hadden gestaafd
- hadden gestaafd
o.t.t.t.
- zal staven
- zult staven
- zal staven
- zullen staven
- zullen staven
- zullen staven
o.v.t.t.
- zou staven
- zou staven
- zou staven
- zouden staven
- zouden staven
- zouden staven
en verder
- ben gestaafd
- bent gestaafd
- is gestaafd
- zijn gestaafd
- zijn gestaafd
- zijn gestaafd
diversen
- staaf!
- staaft!
- gestaafd
- stavend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de staven
Übersetzung Matrix für staven:
Verwandte Wörter für "staven":
Wiktionary Übersetzungen für staven:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• staven | → confirm; corroborate; acknowledge; affirm; establish; uphold | ↔ confirmer — Faire persister quelqu’un dans une opinion, dans une résolution, l’affermir dans cette opinion, dans cette résolution. |
• staven | → prove; demonstrate; show; attest; bear witness; testify; certify; witness; vouch | ↔ démontrer — prouver d’une manière évidente et convaincante. |
• staven | → prove | ↔ prouver — établir la vérité de quelque chose par le raisonnement ou par le témoignage. |
Computerübersetzung von Drittern: