Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. niettegenstaande:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for niettegenstaande:
    • notwithstanding


Niederländisch

Detailübersetzungen für niettegenstaande (Niederländisch) ins Englisch

niettegenstaande:


Übersetzung Matrix für niettegenstaande:

AdverbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
anyhow desalniettemin; desondanks; evengoed; niettegenstaande; toch althans; desondanks; doch; echter; evenwel; hoe dan ook; immers; maar; niettemin; nochtans; sowieso; toch
nevertheless desalniettemin; desondanks; evengoed; niettegenstaande; toch desondanks; doch; echter; evenwel; maar; niettemin; nochtans; toch
nonetheless desalniettemin; desondanks; evengoed; niettegenstaande; toch desondanks; evenwel; niettemin; nochtans; toch
PrepositionVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- ondanks
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
despite in weerwil van; niettegenstaande; ondanks in weerwil van; weerwil
despite of in weerwil van; niettegenstaande; ondanks
in spite of in weerwil van; niettegenstaande; ondanks in weerwil van; weerwil
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
despite it desalniettemin; desondanks; evengoed; niettegenstaande; toch
in spite of behalve; naast; ongeacht
notwithstanding it desalniettemin; desondanks; evengoed; niettegenstaande; toch

Synonyms for "niettegenstaande":


Verwandte Definitionen für "niettegenstaande":

  1. het gebeurt toch, hoewel er tegenwerking is1
    • niettegenstaande het onweer gingen we zwemmen1

Wiktionary Übersetzungen für niettegenstaande:

niettegenstaande
en-prep
  1. in spite of
adverb
  1. in spite of what preceded

Cross Translation:
FromToVia
niettegenstaande despite; in spite of trotzmit dem Genitiv, seltener, in der Schweiz häufiger mit dem Dativ: ungeachtet eines bestimmten Umstandes; ohne Rücksicht auf etwas; einer Sache zum Trotz
niettegenstaande despite; in spite of en dépit demalgré, sans tenir compte de.
niettegenstaande in spite of; notwithstanding; maugre malgré — Contre le vouloir de quelqu'un, contre le gré de.