Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. aanstellen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für aanstellen (Niederländisch) ins Englisch

aanstellen:

aanstellen Verb (stel aan, stelt aan, stelde aan, stelden aan, aangesteld)

  1. aanstellen (benoemen; installeren)
    appoint; to establish; to install; to institute; to instal
    • appoint Verb
    • establish Verb (establishes, established, establishing)
    • install Verb, amerikanisch (installs, installed, installing)
    • institute Verb (institutes, instituted, instituting)
    • instal Verb, britisch

Konjugationen für aanstellen:

o.t.t.
  1. stel aan
  2. stelt aan
  3. stelt aan
  4. stellen aan
  5. stellen aan
  6. stellen aan
o.v.t.
  1. stelde aan
  2. stelde aan
  3. stelde aan
  4. stelden aan
  5. stelden aan
  6. stelden aan
v.t.t.
  1. heb aangesteld
  2. hebt aangesteld
  3. heeft aangesteld
  4. hebben aangesteld
  5. hebben aangesteld
  6. hebben aangesteld
v.v.t.
  1. had aangesteld
  2. had aangesteld
  3. had aangesteld
  4. hadden aangesteld
  5. hadden aangesteld
  6. hadden aangesteld
o.t.t.t.
  1. zal aanstellen
  2. zult aanstellen
  3. zal aanstellen
  4. zullen aanstellen
  5. zullen aanstellen
  6. zullen aanstellen
o.v.t.t.
  1. zou aanstellen
  2. zou aanstellen
  3. zou aanstellen
  4. zouden aanstellen
  5. zouden aanstellen
  6. zouden aanstellen
diversen
  1. stel aan!
  2. stelt aan!
  3. aangesteld
  4. aanstellende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für aanstellen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
institute orgaan; zintuig
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
appoint aanstellen; benoemen; installeren aanbevelen; aanraden; benoemen; iemand recommanderen; in functie aanstellen; nomineren; voordragen
establish aanstellen; benoemen; installeren bepalen; bouwen; constateren; construeren; determineren; instellen; invoeren; koloniseren; oprichten; optrekken; overeindzetten; settelen; stichten; vaststellen; vestigen
instal aanstellen; benoemen; installeren aanbrengen; aanleggen; inaugureren; inhuldigen; inrichten; installeren; inwijden; monteren en aansluiten; plaatsen; plechtig bevestigen
install aanstellen; benoemen; installeren aanbrengen; aanleggen; inaugureren; inhuldigen; inrichten; installeren; inwijden; monteren en aansluiten; plaatsen; plechtig bevestigen
institute aanstellen; benoemen; installeren

Wiktionary Übersetzungen für aanstellen:

aanstellen
verb
  1. benoemen
aanstellen
verb
  1. to designate for a role
  2. to employ

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für aanstellen