Kraag: niederländische und englische Suchergebnisse gefunden im Interglot Wörterbuch

Übersicht

Niederländisch nach Englisch: mehr Daten

Niederländisch

Detailübersetzungen für kraag (Niederländisch) ins Englisch

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
collar	boord; halskraag; kraag	boordje; gareel; halsband; harnas; kraagje; leiband; toom; tuig
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
collar		achteroverdrukken; afnemen; benemen; gappen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken

kraag

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• kraag	→ collar; neckband	↔ col — Partie d'habit autour du cou.