Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. zingen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für zingen (Niederländisch) ins Deutsch

zingen:

zingen Verb (zing, zingt, zong, zongen, gezongen)

  1. zingen
    singen
    • singen Verb (singe, singst, singt, sang, sangt, gesungen)

Konjugationen für zingen:

o.t.t.
  1. zing
  2. zingt
  3. zingt
  4. zingen
  5. zingen
  6. zingen
o.v.t.
  1. zong
  2. zong
  3. zong
  4. zongen
  5. zongen
  6. zongen
v.t.t.
  1. heb gezongen
  2. hebt gezongen
  3. heeft gezongen
  4. hebben gezongen
  5. hebben gezongen
  6. hebben gezongen
v.v.t.
  1. had gezongen
  2. had gezongen
  3. had gezongen
  4. hadden gezongen
  5. hadden gezongen
  6. hadden gezongen
o.t.t.t.
  1. zal zingen
  2. zult zingen
  3. zal zingen
  4. zullen zingen
  5. zullen zingen
  6. zullen zingen
o.v.t.t.
  1. zou zingen
  2. zou zingen
  3. zou zingen
  4. zouden zingen
  5. zouden zingen
  6. zouden zingen
diversen
  1. zing!
  2. zingt!
  3. gezongen
  4. zingend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für zingen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
singen zingen brullen; het uitgillen; uitroepen; uitschreeuwen

Verwandte Definitionen für "zingen":

  1. de woorden op een muzikale manier laten horen1
    • zij zingt een lied1

Wiktionary Übersetzungen für zingen:

zingen
  1. ein Lied mit der eigenen Stimme hervorbringen

Cross Translation:
FromToVia
zingen singen sing — to produce harmonious sounds with one’s voice
zingen singen chanter — i|nocat=1 Former avec la voix une suite de sons variés, selon les règles de la musique

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für zingen