Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->übersetze wind af

übersetze wind af von Niederländische ins Deutsch

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

afwinden:
- abwickeln; abwinden
- Ausrollen; Abwinden

Niederländisch

Detailübersetzungen für wind af (Niederländisch) ins Deutsch

afwinden:

afwinden Verb (wind af, windt af, wond af, wonden af, afgewonden)

afwinden
abwickeln; abwinden
- abwickeln Verb (wickele ab, wickelst ab, wickelt ab, wickelte ab, wickeltet ab, abgewickelt)
- abwinden Verb (winde ab, windest ab, windet ab, wand ab, wandet ab, abgewunden)

Konjugationen für afwinden:

o.t.t.

wind af
windt af
windt af
winden af
winden af
winden af

o.v.t.

wond af
wond af
wond af
wonden af
wonden af
wonden af

v.t.t.

heb afgewonden
hebt afgewonden
heeft afgewonden
hebben afgewonden
hebben afgewonden
hebben afgewonden

v.v.t.

had afgewonden
had afgewonden
had afgewonden
hadden afgewonden
hadden afgewonden
hadden afgewonden

o.t.t.t.

zal afwinden
zult afwinden
zal afwinden
zullen afwinden
zullen afwinden
zullen afwinden

o.v.t.t.

zou afwinden
zou afwinden
zou afwinden
zouden afwinden
zouden afwinden
zouden afwinden

diversen

wind af!
windt af!
afgewonden
afwindende

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afwinden [znw.] Nomen

afwinden (ontrollen; afrollen)
Ausrollen; Abwinden
- Ausrollen [das ~] Nomen
- Abwinden [das ~] Nomen

Übersetzung Matrix für afwinden:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Abwinden	afrollen; afwinden; ontrollen	laten zakken; neerlaten
Ausrollen	afrollen; afwinden; ontrollen	tot stilstand komen; uitrollen
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
abwickeln	afwinden	afdoen; afhandelen; beslechten; twist uit de weg ruimen
abwinden	afwinden

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für wind af