Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. welbespraaktheid:
  2. welbespraakt:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für welbespraaktheid (Niederländisch) ins Deutsch

welbespraaktheid:

welbespraaktheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de welbespraaktheid (welsprekendheid; fijnbespraaktheid)
    die Sprachgewandtheit; die Beredsamkeit; die Redegewandtheit

Übersetzung Matrix für welbespraaktheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Beredsamkeit fijnbespraaktheid; welbespraaktheid; welsprekendheid
Redegewandtheit fijnbespraaktheid; welbespraaktheid; welsprekendheid communicatie in de praktijk
Sprachgewandtheit fijnbespraaktheid; welbespraaktheid; welsprekendheid spreekvaardigheid; taalbeheersing; taalvaardigheid

Verwandte Wörter für "welbespraaktheid":


Wiktionary Übersetzungen für welbespraaktheid:

welbespraaktheid
noun
  1. de kunst om iets goed te kunnen verwoorden

Cross Translation:
FromToVia
welbespraaktheid Redegewandtheit; Eloquenz eloquence — the quality of artistry and persuasiveness in speech or writing

welbespraaktheid form of welbespraakt:

welbespraakt Adjektiv

  1. welbespraakt

Übersetzung Matrix für welbespraakt:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
beredsam welbespraakt
redegewandt welbespraakt welsprekend

Verwandte Wörter für "welbespraakt":


Wiktionary Übersetzungen für welbespraakt:

welbespraakt
adjective
  1. hervorragend in der sprachlichen Ausdrucksweise

Cross Translation:
FromToVia
welbespraakt redegewandt articulate — speaking in a clear or effective manner
welbespraakt eloquent; redegewandt eloquent — fluently persuasive and articulate