Niederländisch
Detailübersetzungen für wegslijpen (Niederländisch) ins Deutsch
wegslijpen:
-
wegslijpen (uitslijpen)
ausschleifen; schleifen; wegschleifen-
ausschleifen Verb (schleife aus, schleifst aus, schleift aus, schleifte aus, schleiftet aus, ausgeschleift)
-
wegschleifen Verb
-
Konjugationen für wegslijpen:
o.t.t.
- slijp weg
- slijpt weg
- slijpt weg
- slijpen weg
- slijpen weg
- slijpen weg
o.v.t.
- sleep weg
- sleep weg
- sleep weg
- slepen weg
- slepen weg
- slepen weg
v.t.t.
- heb weggeslepen
- hebt weggeslepen
- heeft weggeslepen
- hebben weggeslepen
- hebben weggeslepen
- hebben weggeslepen
v.v.t.
- had weggeslepen
- had weggeslepen
- had weggeslepen
- hadden weggeslepen
- hadden weggeslepen
- hadden weggeslepen
o.t.t.t.
- zal wegslijpen
- zult wegslijpen
- zal wegslijpen
- zullen wegslijpen
- zullen wegslijpen
- zullen wegslijpen
o.v.t.t.
- zou wegslijpen
- zou wegslijpen
- zou wegslijpen
- zouden wegslijpen
- zouden wegslijpen
- zouden wegslijpen
diversen
- slijp weg!
- slijpt weg!
- weggeslepen
- wegslijpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für wegslijpen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Schleifen | slijpen; wegslijpen | loopings |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
ausschleifen | uitslijpen; wegslijpen | |
schleifen | uitslijpen; wegslijpen | aanzetten; een slepende gang hebben; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; gladwrijven; hard drillen; met zich meeslepen; scherp maken; scherpen; slijpen; wetten |
wegschleifen | uitslijpen; wegslijpen |