Niederländisch
Detailübersetzungen für weglekken (Niederländisch) ins Deutsch
weglekken:
-
weglekken
versickern-
versickern Verb
-
Konjugationen für weglekken:
o.t.t.
- lek weg
- lekt weg
- lekt weg
- lekken weg
- lekken weg
- lekken weg
o.v.t.
- lekte weg
- lekte weg
- lekte weg
- lekten weg
- lekten weg
- lekten weg
v.t.t.
- ben weggelekt
- bent weggelekt
- is weggelekt
- zijn weggelekt
- zijn weggelekt
- zijn weggelekt
v.v.t.
- was weggelekt
- was weggelekt
- was weggelekt
- waren weggelekt
- waren weggelekt
- waren weggelekt
o.t.t.t.
- zal weglekken
- zult weglekken
- zal weglekken
- zullen weglekken
- zullen weglekken
- zullen weglekken
o.v.t.t.
- zou weglekken
- zou weglekken
- zou weglekken
- zouden weglekken
- zouden weglekken
- zouden weglekken
diversen
- lek weg!
- lekt weg!
- weggelekt
- weglekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für weglekken:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
versickern | weglekken |
Computerübersetzung von Drittern: