Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->übersetze wandelaars

übersetze wandelaars von Niederländische ins Deutsch

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

wandelaars:
- Spaziergänger; Schlepper; Drücker; Aussteller
wandelaar:
- Wanderer; Spaziergänger; Fußgänger; Fußreisende; Schlendrer
Wiktionary:
- wandelaar → Wanderer

Niederländisch

Detailübersetzungen für wandelaars (Niederländisch) ins Deutsch

wandelaars:

wandelaars [de ~] Nomen, Plural

de wandelaars (trekkers)
die Spaziergänger; der Schlepper; der Drücker; der Aussteller
- Spaziergänger [die ~] Nomen
- Schlepper [der ~] Nomen
- Drücker [der ~] Nomen
- Aussteller [der ~] Nomen

Übersetzung Matrix für wandelaars:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Aussteller	trekkers; wandelaars	exposant; exposante; exposanten; tentoonsteller; tentoonstellers; toedieners; verleners
Drücker	trekkers; wandelaars	haan; knopje; knopjes; trekker van vuurwapen
Schlepper	trekkers; wandelaars	aanbrengers; klantenlokkers; runners; sleepboot; sleepboten; sleper; slepers; stoepiers; tractor; trekker
Spaziergänger	trekkers; wandelaars	kuieraar; slenteraar; wandelaar

Verwandte Wörter für "wandelaars":

wandelaar

wandelaars form of wandelaar:

wandelaar [de ~ (m)] Nomen

de wandelaar
der Wanderer; der Spaziergänger; der Fußgänger; der Fußreisende; der Schlendrer
- Wanderer [der ~] Nomen
- Spaziergänger [der ~] Nomen
- Fußgänger [der ~] Nomen
- Fußreisende [der ~] Nomen
- Schlendrer [der ~] Nomen

Übersetzung Matrix für wandelaar:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Fußgänger	wandelaar	kuieraar; slenteraar; voetganger; voetreiziger
Fußreisende	wandelaar
Schlendrer	wandelaar	kuieraar; slenteraar; slenteraars
Spaziergänger	wandelaar	kuieraar; slenteraar; trekkers; wandelaars
Wanderer	wandelaar

Verwandte Wörter für "wandelaar":

wandelaars

Wiktionary Übersetzungen für wandelaar:

Cross Translation:

From	To	Via
• wandelaar	→ Wanderer	↔ wanderer — one who wanders