Niederländisch
Detailübersetzungen für vloeibaar worden (Niederländisch) ins Deutsch
vloeibaar worden:
vloeibaar worden Verb (word vloeibaar, wordt vloeibaar, werd vloeibaar, werden vloeibaar, vloeibaar geworden)
-
vloeibaar worden
Konjugationen für vloeibaar worden:
o.t.t.
- word vloeibaar
- wordt vloeibaar
- wordt vloeibaar
- worden vloeibaar
- worden vloeibaar
- worden vloeibaar
o.v.t.
- werd vloeibaar
- werd vloeibaar
- werd vloeibaar
- werden vloeibaar
- werden vloeibaar
- werden vloeibaar
v.t.t.
- ben vloeibaar geworden
- bent vloeibaar geworden
- is vloeibaar geworden
- zijn vloeibaar geworden
- zijn vloeibaar geworden
- zijn vloeibaar geworden
v.v.t.
- was vloeibaar geworden
- was vloeibaar geworden
- was vloeibaar geworden
- waren vloeibaar geworden
- waren vloeibaar geworden
- waren vloeibaar geworden
o.t.t.t.
- zal vloeibaar worden
- zult vloeibaar worden
- zal vloeibaar worden
- zullen vloeibaar worden
- zullen vloeibaar worden
- zullen vloeibaar worden
o.v.t.t.
- zou vloeibaar worden
- zou vloeibaar worden
- zou vloeibaar worden
- zouden vloeibaar worden
- zouden vloeibaar worden
- zouden vloeibaar worden
diversen
- word vloeibaar!
- wordt vloeibaar!
- vloeibaar geworden
- vloeibaar wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für vloeibaar worden:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
flüssigwerden | vloeibaar worden | |
schmelzen | vloeibaar worden | minder stijf worden; wegsmelten |