Niederländisch
Detailübersetzungen für vertakken (Niederländisch) ins Deutsch
vertakken:
-
vertakken (aftakken)
Konjugationen für vertakken:
o.t.t.
- vertak
- vertakt
- vertakt
- vertakken
- vertakken
- vertakken
o.v.t.
- vertakte
- vertakte
- vertakte
- vertakten
- vertakten
- vertakten
v.t.t.
- heb vertakt
- hebt vertakt
- heeft vertakt
- hebben vertakt
- hebben vertakt
- hebben vertakt
v.v.t.
- had vertakt
- had vertakt
- had vertakt
- hadden vertakt
- hadden vertakt
- hadden vertakt
o.t.t.t.
- zal vertakken
- zult vertakken
- zal vertakken
- zullen vertakken
- zullen vertakken
- zullen vertakken
o.v.t.t.
- zou vertakken
- zou vertakken
- zou vertakken
- zouden vertakken
- zouden vertakken
- zouden vertakken
diversen
- vertak!
- vertakt!
- vertakt
- vertakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für vertakken:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Abzweigen | aftakken; vertakken | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
abzweigen | aftakken; vertakken |