Niederländisch
Detailübersetzungen für verrezen (Niederländisch) ins Deutsch
verrijzen:
-
verrijzen (opdoemen)
Konjugationen für verrijzen:
o.t.t.
- verrijs
- verrijst
- verrijst
- verrijzen
- verrijzen
- verrijzen
o.v.t.
- verrees
- verrees
- verrees
- verrezen
- verrezen
- verrezen
v.t.t.
- ben verrezen
- bent verrezen
- is verrezen
- zijn verrezen
- zijn verrezen
- zijn verrezen
v.v.t.
- was verrezen
- was verrezen
- was verrezen
- waren verrezen
- waren verrezen
- waren verrezen
o.t.t.t.
- zal verrijzen
- zult verrijzen
- zal verrijzen
- zullen verrijzen
- zullen verrijzen
- zullen verrijzen
o.v.t.t.
- zou verrijzen
- zou verrijzen
- zou verrijzen
- zouden verrijzen
- zouden verrijzen
- zouden verrijzen
diversen
- verrijs!
- verrijst!
- verrezen
- verrijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für verrijzen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
auftauchen | opdoemen; verrijzen | boven water komen; opdiepen; opduiken; van de bodem ophalen; weer verschijnen |
erscheinen | opdoemen; verrijzen | aan het licht komen; bewaarheid worden; blijken; opdagen; opduiken; opkomen; tevoorschijn komen; uitkomen; verschijnen; voor de dag komen; voordoen |