Niederländisch
Detailübersetzungen für verregen (Niederländisch) ins Deutsch
verregenen:
-
verregenen
Konjugationen für verregenen:
o.t.t.
- verregen
- verregent
- verregent
- verregenen
- verregenen
- verregenen
o.v.t.
- verregende
- verregende
- verregende
- verregenden
- verregenden
- verregenden
v.t.t.
- ben verregend
- bent verregend
- is verregend
- zijn verregend
- zijn verregend
- zijn verregend
v.v.t.
- was verregend
- was verregend
- was verregend
- waren verregend
- waren verregend
- waren verregend
o.t.t.t.
- zal verregenen
- zult verregenen
- zal verregenen
- zullen verregenen
- zullen verregenen
- zullen verregenen
o.v.t.t.
- zou verregenen
- zou verregenen
- zou verregenen
- zouden verregenen
- zouden verregenen
- zouden verregenen
diversen
- verregen!
- verregent!
- verregend
- verregenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für verregenen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
verregnen | verregenen |