Niederländisch
Detailübersetzungen für verfilmen (Niederländisch) ins Deutsch
verfilmen:
-
verfilmen
Konjugationen für verfilmen:
o.t.t.
- verfilm
- verfilmt
- verfilmt
- verfilmen
- verfilmen
- verfilmen
o.v.t.
- verfilmde
- verfilmde
- verfilmde
- verfilmden
- verfilmden
- verfilmden
v.t.t.
- heb verfilmd
- hebt verfilmd
- heeft verfilmd
- hebben verfilmd
- hebben verfilmd
- hebben verfilmd
v.v.t.
- had verfilmd
- had verfilmd
- had verfilmd
- hadden verfilmd
- hadden verfilmd
- hadden verfilmd
o.t.t.t.
- zal verfilmen
- zult verfilmen
- zal verfilmen
- zullen verfilmen
- zullen verfilmen
- zullen verfilmen
o.v.t.t.
- zou verfilmen
- zou verfilmen
- zou verfilmen
- zouden verfilmen
- zouden verfilmen
- zouden verfilmen
diversen
- verfilm!
- verfilmt!
- verfilmd
- verfilmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für verfilmen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
verfilmen | verfilmen | tot film bewerken |