Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für uur (Niederländisch) ins Deutsch
uur:
-
het uur (tijdsbestek van een uur)
Übersetzung Matrix für uur:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Abschnitt | tijdsbestek van een uur; uur | aandeel; afdeling; afmeting; alinea; bon; coupon; coupure; deel; divisie; lap; lid; maat; ontvangstbewijs; paragraaf; part; periode; presentatiesectie; reçu; sectie; segment; stuk stof; termijn; tijdsbestek; tijdsduur; tijdsruimte; trap; trapje |
Uhr | tijdsbestek van een uur; uur | horloge; klokje; polshorloge; systeemklok; zakhorloge; zakuurwerk |
Zeitabschnitt | tijdsbestek van een uur; uur | epoch; epoche; era; periode; poosje; sluitingstermijn; termijn; tijd; tijdlimiet; tijdperk; tijdsbestek; tijdsduur; tijdsgewricht; tijdsruimte; tijdsverloop; tijdvak |
Zeitraum | tijdsbestek van een uur; uur | epoch; epoche; era; periode; sluitingstermijn; termijn; tijd; tijdlimiet; tijdperk; tijdruimte; tijdsbestek; tijdsduur; tijdsgewricht; tijdsruimte; tijdsverloop; tijdvak |
Verwandte Wörter für "uur":
Verwandte Definitionen für "uur":
Wiktionary Übersetzungen für uur:
uur
uur
Cross Translation:
noun
-
Zusatz zur (offiziellen) Zeitangabe, zur Frage nach dem Zeitpunkt; siehe auch: Verzeichnis:Deutsch/Uhrzeit
-
Zeiteinheit, entspricht dem 24. Teil eines Tages
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uur | → Stunde | ↔ hour — time period of sixty minutes |
• uur | → um 1 Uhr; um eins | ↔ o'clock — The translations below are of "at one o’clock" |
• uur | → Stunde | ↔ heure — Unité de mesure du temps |
• uur | → Uhr; Uhrzeit | ↔ heure — Heures écoulées depuis minuit ou midi |