Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
rutschen
|
|
slippen
|
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
ausrutschen
|
onderuitgaan; slippen; uitglibberen; uitglijden; uitschieten; uitschuiven; wegschieten
|
blunderen; floepen; glippen; onderuitgaan; op zijn bek gaan; slippen; ten val komen; uitglijden; vallen; wegglippen
|
fallen
|
onderuitgaan; slippen; uitglibberen; uitglijden; uitschieten; uitschuiven; wegschieten
|
achteruitgaan; afdekken; afglijden; afnemen; afruimen; aftakelen; afzakken; buitelen; declineren; donderen; duikelen; inzinken; kelderen; minder worden; onder water gaan; ondergaan; onderuitgaan; onweren; op zijn bek gaan; opruimen; ten val komen; vallen; vervallen; wegglijden; wegzinken; zakken; zinken
|
glitschen
|
onderuitgaan; slippen; uitglibberen; uitglijden; uitschieten; uitschuiven; wegschieten
|
afglijden; aftakelen; afzakken; blunderen; floepen; glibberen; glijden; glippen; inzinken; roetsjen; slippen; uitglijden; vervallen; wegglijden; wegglippen; wegzinken
|
rutschen
|
onderuitgaan; slippen; uitglibberen; uitglijden; uitschieten; uitschuiven; wegschieten
|
floepen; glibberen; glijden; glippen; roetsjen; slippen; uitglijden; wegglippen
|