Niederländisch
Detailübersetzungen für uitpompen (Niederländisch) ins Deutsch
uitpompen:
-
uitpompen (leegpompen)
Konjugationen für uitpompen:
o.t.t.
- pomp uit
- pompt uit
- pompt uit
- pompen uit
- pompen uit
- pompen uit
o.v.t.
- pompte uit
- pompte uit
- pompte uit
- pompten uit
- pompten uit
- pompten uit
v.t.t.
- heb uitgepompt
- hebt uitgepompt
- heeft uitgepompt
- hebben uitgepompt
- hebben uitgepompt
- hebben uitgepompt
v.v.t.
- had uitgepompt
- had uitgepompt
- had uitgepompt
- hadden uitgepompt
- hadden uitgepompt
- hadden uitgepompt
o.t.t.t.
- zal uitpompen
- zult uitpompen
- zal uitpompen
- zullen uitpompen
- zullen uitpompen
- zullen uitpompen
o.v.t.t.
- zou uitpompen
- zou uitpompen
- zou uitpompen
- zouden uitpompen
- zouden uitpompen
- zouden uitpompen
en verder
- ben uitgepompt
- bent uitgepompt
- is uitgepompt
- zijn uitgepompt
- zijn uitgepompt
- zijn uitgepompt
diversen
- pomp uit!
- pompt uit!
- uitgepompt
- uitpompend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für uitpompen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
auspumpen | leegpompen; uitpompen | afmatten; lenen; moe maken; ontlenen; slopen; uitputten; vermoeien |
leer pumpen | leegpompen; uitpompen |