Niederländisch
Detailübersetzungen für uithoesten (Niederländisch) ins Deutsch
uithoesten:
-
uithoesten
Konjugationen für uithoesten:
o.t.t.
- hoest uit
- hoest uit
- hoest uit
- hoesten uit
- hoesten uit
- hoesten uit
o.v.t.
- hoestte uit
- hoestte uit
- hoestte uit
- hoestten uit
- hoestten uit
- hoestten uit
v.t.t.
- heb uitgehoest
- hebt uitgehoest
- heeft uitgehoest
- hebben uitgehoest
- hebben uitgehoest
- hebben uitgehoest
v.v.t.
- had uitgehoest
- had uitgehoest
- had uitgehoest
- hadden uitgehoest
- hadden uitgehoest
- hadden uitgehoest
o.t.t.t.
- zal uithoesten
- zult uithoesten
- zal uithoesten
- zullen uithoesten
- zullen uithoesten
- zullen uithoesten
o.v.t.t.
- zou uithoesten
- zou uithoesten
- zou uithoesten
- zouden uithoesten
- zouden uithoesten
- zouden uithoesten
en verder
- ben uitgehoest
- bent uitgehoest
- is uitgehoest
- zijn uitgehoest
- zijn uitgehoest
- zijn uitgehoest
diversen
- hoest uit!
- hoestt uit!
- uitgehoest
- uithoestend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für uithoesten:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
aushusten | uithoesten | ophoesten; voor de dag komen met |
Computerübersetzung von Drittern: