Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. uitgevallen:
  2. uitvallen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für uitgevallen (Niederländisch) ins Deutsch

uitgevallen:

uitgevallen Adjektiv

  1. uitgevallen (wegvallen)

Übersetzung Matrix für uitgevallen:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ausgeschieden uitgevallen; wegvallen

Verwandte Wörter für "uitgevallen":

  • uitgevallene

uitgevallen form of uitvallen:

uitvallen [het ~] Nomen

  1. het uitvallen (wegvallen)
    der Ausfall; der Wegfall; der Fortfall

Übersetzung Matrix für uitvallen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Ausfall uitvallen; wegvallen emotionele uitval; uitbarsten; uitbarsting; uitval
Fortfall uitvallen; wegvallen
Wegfall uitvallen; wegvallen

Wiktionary Übersetzungen für uitvallen:

uitvallen
verb
  1. nicht mehr zur Verfügung stehen

Cross Translation:
FromToVia
uitvallen entsagen; verzichten; entäußern; fortlassen; überlassen; unterlassen; abtreten; nachgeben; weichen; zedieren; übertragen; einräumen; zurückweichen abandonner — Se remettre à ; se laisser aller à ; se livrer à.
uitvallen entsagen; verzichten renoncer — Se désister de quelque chose, soit par acte exprès, soit autrement.
uitvallen entsagen; verzichten résigner — Se démettre, remettre. désuet|fr Il s’entendait ordinairement d’un bénéfice.