Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->übersetze trefwoorden

übersetze trefwoorden von Niederländische ins Deutsch

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

trefwoorden:
- Stichwörter; Schlüsselbegriffe; Schlagwörter
trefwoord:
- Hauptwort; Stichwort
Wiktionary:
- trefwoord → Stichwort, Lemma
- trefwoord → Eintrag

Niederländisch

Detailübersetzungen für trefwoorden (Niederländisch) ins Deutsch

trefwoorden:

trefwoorden [de ~] Nomen, Plural

de trefwoorden (steekwoorden)
Stichwörter; der Schlüsselbegriffe; Schlagwörter
- Stichwörter [das ~] Nomen
- Schlüsselbegriffe [der ~] Nomen
- Schlagwörter [das ~] Nomen

Übersetzung Matrix für trefwoorden:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Schlagwörter	steekwoorden; trefwoorden
Schlüsselbegriffe	steekwoorden; trefwoorden
Stichwörter	steekwoorden; trefwoorden

Verwandte Wörter für "trefwoorden":

trefwoord

trefwoorden form of trefwoord:

trefwoord [het ~] Nomen

het trefwoord
Hauptwort
- Hauptwort [das ~] Nomen
het trefwoord
Stichwort
- Stichwort [das ~] Nomen

Übersetzung Matrix für trefwoord:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Hauptwort	trefwoord	hoofdwoord; lemma
Stichwort	trefwoord	aanwijzing; consigne; steekwoord; tip; verkiezingsleus; vingerwenk; vingerwijzing; wachtwoord; wenk

Verwandte Wörter für "trefwoord":

trefwoorden

Wiktionary Übersetzungen für trefwoord:

trefwoord

noun

een titelwoord van een stuk tekst in een catalogus, woordenboek of encyclopedie
- trefwoord → Stichwort; Lemma

trefwoord

noun

Plural 1: Wort, das man in einem Wörterbuch alphabetisch oder nach anderen Kriterien geordnet auffinden kann und erläutert ist oder einen Textverweis enthält
- Stichwort → trefwoord

Cross Translation:

From	To	Via
• trefwoord	→ Eintrag	↔ entry — article in a dictionary or encyclopedia