Niederländisch
Detailübersetzungen für toestoppen (Niederländisch) ins Deutsch
toestoppen:
-
toestoppen
Konjugationen für toestoppen:
o.t.t.
- stop toe
- stopt toe
- stopt toe
- stoppen toe
- stoppen toe
- stoppen toe
o.v.t.
- stopte toe
- stopte toe
- stopte toe
- stopten toe
- stopten toe
- stopten toe
v.t.t.
- heb toegestopt
- hebt toegestopt
- heeft toegestopt
- hebben toegestopt
- hebben toegestopt
- hebben toegestopt
v.v.t.
- had toegestopt
- had toegestopt
- had toegestopt
- hadden toegestopt
- hadden toegestopt
- hadden toegestopt
o.t.t.t.
- zal toestoppen
- zult toestoppen
- zal toestoppen
- zullen toestoppen
- zullen toestoppen
- zullen toestoppen
o.v.t.t.
- zou toestoppen
- zou toestoppen
- zou toestoppen
- zouden toestoppen
- zouden toestoppen
- zouden toestoppen
en verder
- ben toegestopt
- bent toegestopt
- is toegestopt
- zijn toegestopt
- zijn toegestopt
- zijn toegestopt
diversen
- stop toe!
- stopt toe!
- toegestopt
- toestoppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für toestoppen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
zustecken | toestoppen | dichtspelden |
zustopfen | toestoppen |
Wiktionary Übersetzungen für toestoppen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• toestoppen | → pfropfen; stopfen; verstopfen; zustopfen | ↔ boucher — Traductions à trier suivant le sens |