Niederländisch
Detailübersetzungen für tijger (Niederländisch) ins Deutsch
tijger:
-
de tijger (tijgerin)
Übersetzung Matrix für tijger:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Tiger | tijger; tijgerin | |
Tigerin | tijger; tijgerin |
Verwandte Wörter für "tijger":
Wiktionary Übersetzungen für tijger:
tijger
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• tijger | → Tiger; Tigerin | ↔ tiger — The mammal Panthera tigris |
• tijger | → Tiger | ↔ tigre — zoologie|fr Espèce de mammifère carnassier, le plus grand de la famille des félidés, au pelage généralement fauve, rayé de bandes noires transversales. La femelle est la tigresse, le petit le tigreau. Le tigre râler, rauquer ou [[f |
tijgeren:
Konjugationen für tijgeren:
o.t.t.
- tijger
- tijgert
- tijgert
- tijgeren
- tijgeren
- tijgeren
o.v.t.
- tijgerde
- tijgerde
- tijgerde
- tijgerden
- tijgerden
- tijgerden
v.t.t.
- heb getijgerd
- hebt getijgerd
- heeft getijgerd
- hebben getijgerd
- hebben getijgerd
- hebben getijgerd
v.v.t.
- had getijgerd
- had getijgerd
- had getijgerd
- hadden getijgerd
- hadden getijgerd
- hadden getijgerd
o.t.t.t.
- zal tijgeren
- zult tijgeren
- zal tijgeren
- zullen tijgeren
- zullen tijgeren
- zullen tijgeren
o.v.t.t.
- zou tijgeren
- zou tijgeren
- zou tijgeren
- zouden tijgeren
- zouden tijgeren
- zouden tijgeren
en verder
- ben getijgerd
- bent getijgerd
- is getijgerd
- zijn getijgerd
- zijn getijgerd
- zijn getijgerd
diversen
- tijger!
- tijgert!
- getijgerd
- tijgerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für tijgeren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
beschleichen | bekruipen; besluipen; tijgeren | |
überkommen | bekruipen; besluipen; tijgeren |