Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. speechen:
  2. speech:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für speechen (Niederländisch) ins Deutsch

speechen:

speechen Verb

  1. speechen

Übersetzung Matrix für speechen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
eine Rede halten speechen

Verwandte Wörter für "speechen":


speech:

speech [de ~ (m)] Nomen

  1. de speech (redevoering; rede; toespraak; )
    die Ansprache; die Rede; die Lesung; Konzert

Übersetzung Matrix für speech:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Ansprache lezing; rede; redevoering; speech; spreekbeurt; toespraak; voordracht bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging
Konzert lezing; rede; redevoering; speech; spreekbeurt; toespraak; voordracht concert; muzikale voordracht
Lesung lezing; rede; redevoering; speech; spreekbeurt; toespraak; voordracht bericht; lezing; referaat; versie; verslag
Rede lezing; rede; redevoering; speech; spreekbeurt; toespraak; voordracht oratie; spraak; toespraak

Verwandte Wörter für "speech":


Wiktionary Übersetzungen für speech:


Cross Translation:
FromToVia
speech Rede; Ansprache speech — an oration, session of speaking