Niederländisch

Detailübersetzungen für saamhorigheid (Niederländisch) ins Deutsch

saamhorigheid:

saamhorigheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de saamhorigheid (verbondenheid; solidariteit; eensgezindheid)
    die Solidarität; die Zusammengehörigkeit; die Eintracht; die Einigkeit
  2. de saamhorigheid (eensgezindheid; eendrachtigheid)
    die Solidarität; die Eintracht

Übersetzung Matrix für saamhorigheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Einigkeit eensgezindheid; saamhorigheid; solidariteit; verbondenheid eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; eenzelvigheid; harmonie; uniformiteit
Eintracht eendrachtigheid; eensgezindheid; saamhorigheid; solidariteit; verbondenheid eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; eenzelvigheid; harmonie; uniformiteit
Solidarität eendrachtigheid; eensgezindheid; saamhorigheid; solidariteit; verbondenheid eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; harmonie; saamhorigheidsgevoel; solidariteit
Zusammengehörigkeit eensgezindheid; saamhorigheid; solidariteit; verbondenheid saamhorigheidsgevoel; solidariteit

Verwandte Wörter für "saamhorigheid":


Wiktionary Übersetzungen für saamhorigheid:

saamhorigheid
noun
  1. enge Verbundenheit

Cross Translation:
FromToVia
saamhorigheid Solidarität solidarité — Sentiment qui pousse des personnes à s'accorder une aide mutuelle

saamhorig:


Übersetzung Matrix für saamhorig:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
geschlossen eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig afgesloten; besloten; dicht; eenparig; eensgezind; eenstemmig; geloken; gesloten; ineensluitend; op slot; potdicht; privé; toe; unaniem
zusammenhängend eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig aaneengesloten; coherent; een eenheid vormend; samenhangend; verbonden; verenigd
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
angeschlossen eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig aaneengesloten; aangesloten; een eenheid vormend; geboeid; geketend; samenhangend; verbonden; verenigd
einhellig eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig eenparig; eensgezind; eenstemmig; unaniem
einig eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig eenparig; eensgezind; eenstemmig; gelijkgestemd; gelijkgezind; unaniem
einmütig eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig eenparig; eensgezind; eenstemmig; unaniem
einstimmig eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig eenparig; eensgezind; eenstemmig; gelijkgestemd; gelijkgezind; unaniem
einträchtig eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig
gemeinsam eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig; solidair algemeen; bij elkaar; bijeen; eenparig; eensgezind; eenstemmig; gedeeld; gemeenschappelijk; gezamenlijk; meegevoeld; meer personen betreffend; met zijn allen; samen; tezamen; unaniem
gemeinschaftlich eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig; solidair algemeen; eenparig; eensgezind; eenstemmig; gedeeld; gemeenschappelijk; gezamenlijk; meegevoeld; meer personen betreffend; met zijn allen; tezamen; unaniem
gleichförmig eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig analoog; conform; eender; eenparig; eensgezind; eenstemmig; eenvormig; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; gelijkaardig; gelijkslachtig; gelijksoortig; gelijkvormig; hetzelfde; homogeen; identiek; net zo; op elkaar lijkend; overeenkomend; overeenstemmend; soortgelijk; unaniem; uniform
gleichgestimmt eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig; solidair eenparig; eensgezind; eenstemmig; gelijkgestemd; gelijkgezind; unaniem
solidarisch eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig; solidair eenparig; eensgezind; eenstemmig; unaniem
verträglich eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig draaglijk; licht verteerbaar; te verdragen; verdraaglijk; verdraagzaam; verteerbaar

Verwandte Wörter für "saamhorig":