Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. rouwig:


Niederländisch

Detailübersetzungen für rouwig (Niederländisch) ins Deutsch

rouwig:

rouwig Adjektiv

  1. rouwig (treurig; verdrietig)

Übersetzung Matrix für rouwig:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Ich bedauere es nicht! rouwig; treurig; verdrietig
trauernd rouwig; treurig; verdrietig
traurig rouwig; treurig; verdrietig bedroefd; droef; droevig; pessimistisch; terneergeslagen; verdrietig
trüb rouwig; treurig; verdrietig bedroefd; beslagen; dof; donker; drabbig; droef; droevig; druilerig; duister; flauw; glansloos; kommervol; mat; met neerslag; miezerig; mistig; naargeestig; nat; nevelachtig; niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; onverlicht; onzuiver; regenachtig; somber; triest; troebel; troebelachtig; troosteloos; vaag; vaag zichtbaar; vagelijk; verdrietig; vol met zorgen; wazig; wollig; zwaarmoedig
trübe rouwig; treurig; verdrietig baggerig; beslagen; dof; donker; drabbig; drassig; druilerig; duister; flauw; glansloos; mat; met neerslag; miezerig; mistig; modderig; morsig; nat; nevelachtig; niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; onverlicht; onzuiver; pruttig; ranzig; regenachtig; slibachtig; slibberig; slijkerig; slonzig; slordig; smerig; troebel; troebelachtig; vaag; vaag zichtbaar; vagelijk; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig; wazig; wollig
trübsinnig rouwig; treurig; verdrietig afgedrukt; bedroefd; droef; droevig; gedrukt; kommervol; naar; naargeestig; pessimistisch; somber; terneergeslagen; triest; troosteloos; verdrietig; vol met zorgen; zwaarmoedig

Verwandte Wörter für "rouwig":

  • rouwige