Niederländisch
Detailübersetzungen für rondbrieven (Niederländisch) ins Deutsch
rondbrieven:
-
rondbrieven (doorvertellen; doorgeven; rondvertellen; doorspelen)
durchsagen; übertragen; austragen; weitererzählen; denunzieren; herumerzählen; ausposaunen-
weitererzählen Verb (erzähle weiter, erzählst weiter, erzählt weiter, erzählte weiter, erzähltet weiter, weitererzählt)
Konjugationen für rondbrieven:
o.t.t.
- brief rond
- brieft rond
- brieft rond
- brieven rond
- brieven rond
- brieven rond
o.v.t.
- briefde rond
- briefde rond
- briefde rond
- briefden rond
- briefden rond
- briefden rond
v.t.t.
- heb rondgebriefd
- hebt rondgebriefd
- heeft rondgebriefd
- hebben rondgebriefd
- hebben rondgebriefd
- hebben rondgebriefd
v.v.t.
- had rondgebriefd
- had rondgebriefd
- had rondgebriefd
- hadden rondgebriefd
- hadden rondgebriefd
- hadden rondgebriefd
o.t.t.t.
- zal rondbrieven
- zult rondbrieven
- zal rondbrieven
- zullen rondbrieven
- zullen rondbrieven
- zullen rondbrieven
o.v.t.t.
- zou rondbrieven
- zou rondbrieven
- zou rondbrieven
- zouden rondbrieven
- zouden rondbrieven
- zouden rondbrieven
diversen
- brief rond!
- brieft rond!
- rondgebriefd
- rondbrievend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze