Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
deutlich
|
direct; duidelijk; recht door zee; regelrecht
|
aanschouwelijk; algemeen begrijpbaar; begrijpelijk; bevatbaar; bevattelijk; doorgrond; doorzien; duidelijk; flagrant; helder; herkenbaar; inzichtelijk; klaar als een klontje; onmiskenbaar; op heterdaad; overduidelijk; overzichtelijk; verhelderend; verstaanbaar; zo klaar als een klontje; zonneklaar
|
direkt
|
direct; linea recta; rechtstreeks; regelrecht
|
acuut; bijna; contemplatief; dadelijk; direct; frontaal; gauw; gelijk; gezwind; haast; in een tel; in een wip; klassikaal; meteen; nagenoeg; ongezouten; onmiddellijk; onverwijld; openlijk; prompt; ronduit; schier; terstond; welhaast; zo meteen
|
ehrlich
|
gewoonweg; klinkklaar; puur; regelrecht; ronduit
|
billijk; contemplatief; echt; eerlijk; effectief; fair; fideel; geschikt; heus; menens; metterdaad; ongeveinsd; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtdoorzee; rechtschapen; redelijk; reëel; rondborstig; ronduit; schappelijk; trouwhartig; waar; waarachtig; warempel; werkelijk
|
einfach
|
gewoonweg; klinkklaar; puur; regelrecht; ronduit
|
aangenaam; bescheiden; comfortabel; discreet; discrete; domweg; dunnetjes; echt; eenvoudig; eenvoudigweg; gangbaar; gebruikelijk; gemakkelijk; gemeen; geriefelijk; gewoon; gewoonweg; heus; in een handomdraai; ingetogen; kies; klinkklaar; kortweg; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; licht; lichtwegend; magertjes; makkelijk; matig; moeiteloos; natuurlijk; nederig; niet hoogmoedig; niet moeilijk; niet voornaam; normaal; onderdanig; onedel; ongecompliceerd; ongekunsteld; ootmoedig; rechttoe; schraal; schraaltjes; simpel; simpelweg; sober; sobertjes; stemmig; van eenvoudige komaf; vanzelf; werkelijk; zo maar; zomaar; zonder moeite; zonder pretenties
|
geradeweg
|
gewoonweg; klinkklaar; puur; regelrecht; ronduit
|
|
geradlinig
|
direct; duidelijk; linea recta; recht door zee; rechtstreeks; regelrecht
|
kaarsrecht; lijnrecht; lineair; loodrecht; recht; rechtlijnig
|
kerzengerade
|
direct; duidelijk; linea recta; recht door zee; rechtstreeks; regelrecht
|
kaarsrecht; lijnrecht; loodrecht; overeind; recht; rechtop; rechtopstaand; zeer recht
|
klar
|
direct; duidelijk; recht door zee; regelrecht
|
aanschouwelijk; af; afgedaan; afgelopen; begrijpelijk; bereidvaardig; doorgrond; doorzien; duidelijk; eenduidig; flagrant; gekookt; gereed; gewillig; geëindigd; helder; herkenbaar; klaar; klare; lichtgevend; lumineus; onbewolkt; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; op heterdaad; over; overduidelijk; paraat; uit; verhelderend; verstaanbaar; voltooid; voorbij; zo klaar als een klontje; zonneklaar
|
lauter
|
gewoonweg; klinkklaar; puur; regelrecht; ronduit
|
onvermengd; puur; zuiver
|
offensichtlich
|
direct; duidelijk; recht door zee; regelrecht
|
begrijpelijk; blijkbaar; doorgrond; doorzien; duidelijk; eenduidig; flagrant; helder; herkenbaar; klaarblijkelijk; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; op heterdaad; overduidelijk; verstaanbaar; zo klaar als een klontje; zonneklaar
|
pur
|
gewoonweg; klinkklaar; puur; regelrecht; ronduit
|
cru; echt; eerlijk; gaaf; gekuist; gereinigd; gewoonweg; klinkklaar; maagdelijk; netjes; onaangeraakt; ongerept; onomwonden; onverbloemd; onverholen; onvermengd; onversneden; onvervalst; open; openlijk; oprecht; pure; puur; rechtschapen; rechttoe; rechttoe rechtaan; virginaal; zedig gemaakt; zuiver; zuivere
|
rein
|
gewoonweg; klinkklaar; puur; regelrecht; ronduit
|
cru; gaaf; gekuist; gereinigd; gewoonweg; hygiënisch; klinkklaar; kuis; louter; maagdelijk; natuurlijk; net; netjes; onaangebroken; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onbesmet; onbevlekt; ongebruikt; ongedwongen; ongekunsteld; ongeopend; ongerept; onomwonden; onschuldig; onverbloemd; onverholen; onvermengd; onversneden; onverzwakt; openlijk; proper; pure; puur; rechttoe; rechttoe rechtaan; rein; schoon; virginaal; vlekkeloos; zedig gemaakt; zindelijk; zuiver; zuivere
|
rundheraus
|
gewoonweg; klinkklaar; puur; regelrecht; ronduit
|
absoluut; beslist; botweg; contemplatief; gladaf; met open vizier; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; openlijk; platweg; rondborstig; ronduit; ruiterlijk; stellig; zeker
|
schnurgerade
|
direct; duidelijk; linea recta; recht door zee; rechtstreeks; regelrecht
|
frontaal; kaarsrecht; klassikaal; lijnrecht; loodrecht; openlijk; recht; ronduit
|
sonnenklar
|
direct; duidelijk; recht door zee; regelrecht
|
begrijpelijk; doorgrond; doorzien; duidelijk; eenduidig; flagrant; helder; herkenbaar; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; op heterdaad; overduidelijk; verstaanbaar; zo klaar als een klontje; zonneklaar
|
unmittelbar
|
direct; linea recta; rechtstreeks; regelrecht
|
bijna; dadelijk; direct; frontaal; haast; klassikaal; nagenoeg; ongezouten; onverwijld; schier; welhaast; zo meteen
|
unverfälscht
|
gewoonweg; klinkklaar; puur; regelrecht; ronduit
|
cru; echt; gaaf; gewoonweg; heus; klinkklaar; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; onomwonden; onverbloemd; onverholen; onvermengd; onversneden; onvervalst; openlijk; pure; puur; rechttoe; rechttoe rechtaan; virginaal; werkelijk; zuiver; zuivere
|