Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. rechtschapen:
  2. Wiktionary:
    • rechtschapen → fair


Niederländisch

Detailübersetzungen für rechtschapen (Niederländisch) ins Deutsch

rechtschapen:

rechtschapen Adjektiv

  1. rechtschapen (rechtvaardig; eerlijk; braaf; rechtgeaard)
  2. rechtschapen (oprecht; eerlijk; open)
    offenherzig; aufrichtig; ehrlich; offen; pur; gerecht; fair; gerade; treuherzig; treugesinnt; fein; geradeheraus
  3. rechtschapen (integer; onbesproken; onkreukbaar)
    integer

Übersetzung Matrix für rechtschapen:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
offen eerlijk; open; oprecht; rechtschapen benaderbaar; contemplatief; cru; frank; genaakbaar; genereus; goedgeefs; gul; ledig; leeg; mild; niet beschroomd; niet dicht; onbedeesd; onbeschroomd; onbewimpeld; onbewoond; onbezet; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; rechttoe; rechttoe rechtaan; ronduit; royaal; ruimhartig; ruiterlijk; scheutig; stoutmoedig; toegankelijk; vrijgevig; vrijmoedig; vrijpostig
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
integer geheel getal
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aufrichtig braaf; eerlijk; open; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig contemplatief; cru; eerlijk; fair; met open vizier; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; openlijk; rechttoe rechtaan; rondborstig; ronduit; ruiterlijk
ehrlich eerlijk; open; oprecht; rechtschapen billijk; contemplatief; echt; eerlijk; effectief; fair; fideel; geschikt; gewoonweg; heus; klinkklaar; menens; metterdaad; ongeveinsd; openhartig; openlijk; oprecht; puur; rechtdoorzee; redelijk; regelrecht; reëel; rondborstig; ronduit; schappelijk; trouwhartig; waar; waarachtig; warempel; werkelijk
fair eerlijk; open; oprecht; rechtschapen billijk; cru; eerlijk; fair; geschikt; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan; redelijk; ronduit; schappelijk; sportief
fein eerlijk; open; oprecht; rechtschapen aangenaam; aardig; armzalig; behaaglijk; bijzonder aangenaam; breekbaar; broos; chic; cru; decoratief; delicaat; dun; elegant; esthetisch; fijn; fijngebouwd; fijngevoelig; fragiel; frèle; gammel; geraffineerd; gracieus; iel; ijl; karig; krakkemikkig; kwetsbaar; leuk; lief; mager; modieuze verfijning; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; plezant; plezierig; pover; prettig; rank; rechttoe rechtaan; schamel; schraal; sierlijk; slank; slank en smal; slap; smaakvol; stijlvol; subtiel; sympathiek; teder; teer; tenger; van geringe dichtheid; verfijnd; wankel; zwak
gerade eerlijk; open; oprecht; rechtschapen accuraat; daarnet; frank; glad neerliggend; juist; lineair; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; nog maar pas; onvermurwbaar; op het moment; open; overeind; pas; precies; rechtaan; rechtop; rechttoe; secuur; sluik; staand; streng; strikt; stringent; zojuist; zonet; zopas; zoëven
geradeheraus eerlijk; open; oprecht; rechtschapen contemplatief; cru; echt; eerlijk; gulweg; menens; met open vizier; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; openlijk; oprecht; platweg; rechttoe rechtaan; rondborstig; ronduit; ruiterlijk
gerecht eerlijk; open; oprecht; rechtschapen cru; eerlijk; fair; gegrond; geldig; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan; valide
integer integer; onbesproken; onkreukbaar; rechtschapen
offenherzig eerlijk; open; oprecht; rechtschapen cru; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; openlijk; rechttoe rechtaan; ronduit; ruiterlijk
pur eerlijk; open; oprecht; rechtschapen cru; echt; gaaf; gekuist; gereinigd; gewoonweg; klinkklaar; maagdelijk; netjes; onaangeraakt; ongerept; onomwonden; onverbloemd; onverholen; onvermengd; onversneden; onvervalst; openlijk; pure; puur; rechttoe; rechttoe rechtaan; regelrecht; ronduit; virginaal; zedig gemaakt; zuiver; zuivere
rechtschaffen braaf; eerlijk; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig betrouwbaar; degelijk; deugdelijk; echt; gedegen; in hart en nieren; ongeveinsd; oprecht; rechtgeaard; van goede hoedanigheid
treugesinnt eerlijk; open; oprecht; rechtschapen cru; getrouw; loyaal; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan; trouw
treuherzig eerlijk; open; oprecht; rechtschapen cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan

Verwandte Wörter für "rechtschapen":


Wiktionary Übersetzungen für rechtschapen:


Cross Translation:
FromToVia
rechtschapen fair fair — just, equitable