Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->übersetze praktijken

übersetze praktijken von Niederländische ins Deutsch

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

praktijk:
- Erfahrung; Praxis; Geübtheit; Routine; Arztpraxis
Wiktionary:
- praktijk → Praxis, Praktik
- praktijk → Sitte, Konvention, Brauch, Ausübung, Ausüben, Praktizieren, Praxis, Praktik

Niederländisch

Detailübersetzungen für praktijken (Niederländisch) ins Deutsch

praktijk:

praktijk [de ~] Nomen

de praktijk (routine; ervaring)
die Erfahrung; die Praxis; die Geübtheit; die Routine
- Erfahrung [die ~] Nomen
- Praxis [die ~] Nomen
- Geübtheit [die ~] Nomen
- Routine [die ~] Nomen
de praktijk (artsenpraktijk)
die Praxis; die Arztpraxis
- Praxis [die ~] Nomen
- Arztpraxis [die ~] Nomen

Übersetzung Matrix für praktijk:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Arztpraxis	artsenpraktijk; praktijk
Erfahrung	ervaring; praktijk; routine	bevinding; cirkel; ervaring; koers; kring; meemaken van een gebeurtenis; ondervinden; ondervinding; rondje; route
Geübtheit	ervaring; praktijk; routine
Praxis	artsenpraktijk; ervaring; praktijk; routine	praktijkervaring
Routine	ervaring; praktijk; routine	koers; route; sleur

Verwandte Wörter für "praktijk":

praktijken

Verwandte Definitionen für "praktijk":

het doen, het uitoefenen¹
- het idee is mooi, maar werkt het ook in de praktijk?¹
nare manier van doen¹
- ik ben niet gediend van die praktijken¹
werkkring van dokter of advocaat¹
- de dokter heeft een nieuwe praktijk geopend¹

Wiktionary Übersetzungen für praktijk:

praktijk

noun

hoe dingen werkelijk gaan, soms in tegenstelling tot hoe zaken in theorie zouden moeten functioneren
- praktijk → Praxis
gewoonte(n), manier van doen
- praktijk → Praktik

praktijk

noun

umgangssprachlich, nur Singular: Geschäftszeiten eines Arztes oder Juristen
- Praxis → praktijk
nur Singular: die tatsächliche Ausübung
- Praxis → praktijk
Geschäftsräume eines Arztes oder Juristen
- Praxis → praktijk

Cross Translation:

From	To	Via
• praktijk	→ Sitte; Konvention; Brauch	↔ convention — generally accepted principle, method or behaviour
• praktijk	→ Ausübung; Ausüben; Praktizieren; Praxis	↔ practice — an ongoing pursuit of a craft or profession
• praktijk	→ Praxis	↔ practice — actual operation or experiment, in contrast to theory
• praktijk	→ Praktik; Praxis	↔ pratique — (term, Art ou science) application, usage des règles et des principes, par opposition à théorie, qui en est la connaissance raisonner.

Computerübersetzung von Drittern:

¹Muiswerk Woordenboek