Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. populariseren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für populariseren (Niederländisch) ins Deutsch

populariseren:

populariseren Verb (populariseer, populariseert, populariseerde, populariseerden, gepopulariseerd)

  1. populariseren
    popularisieren
    • popularisieren Verb (popularisiere, popularisierst, popularisiert, popularisierte, popularisiertet, popularisiert)

Konjugationen für populariseren:

o.t.t.
  1. populariseer
  2. populariseert
  3. populariseert
  4. populariseren
  5. populariseren
  6. populariseren
o.v.t.
  1. populariseerde
  2. populariseerde
  3. populariseerde
  4. populariseerden
  5. populariseerden
  6. populariseerden
v.t.t.
  1. heb gepopulariseerd
  2. hebt gepopulariseerd
  3. heeft gepopulariseerd
  4. hebben gepopulariseerd
  5. hebben gepopulariseerd
  6. hebben gepopulariseerd
v.v.t.
  1. had gepopulariseerd
  2. had gepopulariseerd
  3. had gepopulariseerd
  4. hadden gepopulariseerd
  5. hadden gepopulariseerd
  6. hadden gepopulariseerd
o.t.t.t.
  1. zal populariseren
  2. zult populariseren
  3. zal populariseren
  4. zullen populariseren
  5. zullen populariseren
  6. zullen populariseren
o.v.t.t.
  1. zou populariseren
  2. zou populariseren
  3. zou populariseren
  4. zouden populariseren
  5. zouden populariseren
  6. zouden populariseren
en verder
  1. ben gepopulariseerd
  2. bent gepopulariseerd
  3. is gepopulariseerd
  4. zijn gepopulariseerd
  5. zijn gepopulariseerd
  6. zijn gepopilariseerd
diversen
  1. populariseer!
  2. populariseert!
  3. gepopulariseerd
  4. populariserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für populariseren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
popularisieren populariseren