Niederländisch
Detailübersetzungen für platlopen (Niederländisch) ins Deutsch
platlopen:
-
platlopen
Konjugationen für platlopen:
o.t.t.
- loop plat
- loopt plat
- loopt plat
- lopen plat
- lopen plat
- lopen plat
o.v.t.
- liep plat
- liep plat
- liep plat
- liepen plat
- liepen plat
- liepen plat
v.t.t.
- heb platgelopen
- hebt platgelopen
- heeft platgelopen
- hebben platgelopen
- hebben platgelopen
- hebben platgelopen
v.v.t.
- had platgelopen
- had platgelopen
- had platgelopen
- hadden platgelopen
- hadden platgelopen
- hadden platgelopen
o.t.t.t.
- zal platlopen
- zult platlopen
- zal platlopen
- zullen platlopen
- zullen platlopen
- zullen platlopen
o.v.t.t.
- zou platlopen
- zou platlopen
- zou platlopen
- zouden platlopen
- zouden platlopen
- zouden platlopen
diversen
- loop plat!
- loopt plat!
- platgelopen
- platlopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für platlopen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
plätten | platlopen |