Niederländisch
Detailübersetzungen für overwippen (Niederländisch) ins Deutsch
overwippen:
-
overwippen (binnenwippen)
vorbeikommen; herüberkommen-
vorbeikommen Verb (komme vorbei, kommst vorbei, kommt vorbei, kam vorbei, kamt vorbei, verbeigekommen)
-
herüberkommen Verb (komme herüber, kommst herüber, kommt herüber, kam herüber, kamt herüber, herübergekommen)
-
Konjugationen für overwippen:
o.t.t.
- wip over
- wipt over
- wipt over
- wippen over
- wippen over
- wippen over
o.v.t.
- wipte over
- wipte over
- wipte over
- wipten over
- wipten over
- wipten over
v.t.t.
- ben over gewipt
- bent over gewipt
- is over gewipt
- zijn over gewipt
- zijn over gewipt
- zijn over gewipt
v.v.t.
- was over gewipt
- was over gewipt
- was over gewipt
- waren over gewipt
- waren over gewipt
- waren over gewipt
o.t.t.t.
- zal overwippen
- zult overwippen
- zal overwippen
- zullen overwippen
- zullen overwippen
- zullen overwippen
o.v.t.t.
- zou overwippen
- zou overwippen
- zou overwippen
- zouden overwippen
- zouden overwippen
- zouden overwippen
diversen
- wip over!
- wipt over!
- over gewipt
- overwippend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für overwippen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
herüberkommen | binnenwippen; overwippen | hierheen komen |
vorbeikommen | binnenwippen; overwippen | aankomen; bezoeken; iemand opzoeken; inlopen; langsgaan; langskomen; op bezoek komen; op visite gaan; opzoeken; voorbijkomen |
Computerübersetzung von Drittern: