Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->übersetze overschotten

übersetze overschotten von Niederländische ins Deutsch

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

overschotten:
- Restbestände; Überschüsse
overschot:
- Rest; Reste; Überschuß; Zuviel; Restbestand; Überrest; Surplus; Restant; Überbleibsel; Restposten
Wiktionary:
- overschot → Rest, Restbestand, Überschuss
- overschot → Rest, Restposten, Überschuss, Saldo, Nachlass

Niederländisch

Detailübersetzungen für overschotten (Niederländisch) ins Deutsch

overschotten:

overschotten [de ~] Nomen, Plural

de overschotten (resten)
die Restbestände; die Überschüsse
- Restbestände [die ~] Nomen
- Überschüsse [die ~] Nomen

Übersetzung Matrix für overschotten:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Restbestände	overschotten; resten
Überschüsse	overschotten; resten	batige saldo's

Verwandte Wörter für "overschotten":

overschot

overschot:

overschot [het ~] Nomen

het overschot (surplus; teveel; agio; rest; exces)
der Rest; die Reste; der Überschuß; Zuviel; der Restbestand; der Überrest; Surplus
- Rest [der ~] Nomen
- Reste [die ~] Nomen
- Überschuß [der ~] Nomen
- Zuviel [das ~] Nomen
- Restbestand [der ~] Nomen
- Überrest [der ~] Nomen
- Surplus [das ~] Nomen
het overschot (het overgeblevene; overblijfsel; rest; restant; laatste rest)
der Restant; der Rest; der Restbestand; Überbleibsel; der Überrest; der Restposten
- Restant [der ~] Nomen
- Rest [der ~] Nomen
- Restbestand [der ~] Nomen
- Überbleibsel [das ~] Nomen
- Überrest [der ~] Nomen
- Restposten [der ~] Nomen

Übersetzung Matrix für overschot:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Rest	agio; exces; het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; rest; restant; surplus; teveel	afzetsel; bezinksel; bon; coupon; depot; droesem; grondsop; hachee; lap; prak; residu; sediment; staartje; stuk stof; zetsel
Restant	het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; rest; restant	bon; coupon; lap; staartje; stuk stof
Restbestand	agio; exces; het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; rest; restant; surplus; teveel	afzetsel; bezinksel; bon; coupon; depot; droesem; grondsop; lap; residu; sediment; stuk stof; zetsel
Reste	agio; exces; overschot; rest; surplus; teveel
Restposten	het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; rest; restant	bon; coupon; lap; stuk stof
Surplus	agio; exces; overschot; rest; surplus; teveel	bon; coupon
Zuviel	agio; exces; overschot; rest; surplus; teveel	buitensporigheid; exces; overdaad; overmaat; overvloed; surplus; teveel
Überbleibsel	het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; rest; restant	afzetsel; bezinksel; bon; coupon; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; staartje; zetsel
Überrest	agio; exces; het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; rest; restant; surplus; teveel	bon; coupon
Überschuß	agio; exces; overschot; rest; surplus; teveel	buitensporigheid; exces; overdaad; overmaat; overvloed; rijkelijke maat; saldo; surplus; teveel

Verwandte Wörter für "overschot":

overschotten

Wiktionary Übersetzungen für overschot:

overschot

noun

wat er overblijft, de rest
- overschot → Rest; Restbestand; Überschuss

overschot

noun

Wirtschaft: ein positiver Saldo, der Gewinn
- Überschuss → overschot

Cross Translation:

From	To	Via
• overschot	→ Rest	↔ remainder — what remains after some has been removed
• overschot	→ Restposten	↔ remainder — items left unsold and subject to reduction in price
• overschot	→ Überschuss	↔ surplus — excess, overplus
• overschot	→ Saldo; Nachlass	↔ reliquat — (term, Jurisprudence de Comptabilité et de Commerce) Ce qui rester dû après la clôture et l’arrêté d’un compte.
• overschot	→ Saldo	↔ solde — (1)