Niederländisch
Detailübersetzungen für overbelichten (Niederländisch) ins Deutsch
overbelichten:
-
overbelichten
überbelichten-
überbelichten Verb (überbelichte, überbelichtest, überbelichtet, überbelichtete, überbelichtetet, überlichtet)
-
Konjugationen für overbelichten:
o.t.t.
- overbelicht
- overbelicht
- overbelicht
- overbelichten
- overbelichten
- overbelichten
o.v.t.
- overbelichtte
- overbelichtte
- overbelichtte
- overbelichtten
- overbelichtten
- overbelichtten
v.t.t.
- heb overbelicht
- hebt overbelicht
- heeft overbelicht
- hebben overbelicht
- hebben overbelicht
- hebben overbelicht
v.v.t.
- had overbelicht
- had overbelicht
- had overbelicht
- hadden overbelicht
- hadden overbelicht
- hadden overbelicht
o.t.t.t.
- zal overbelichten
- zult overbelichten
- zal overbelichten
- zullen overbelichten
- zullen overbelichten
- zullen overbelichten
o.v.t.t.
- zou overbelichten
- zou overbelichten
- zou overbelichten
- zouden overbelichten
- zouden overbelichten
- zouden overbelichten
en verder
- is overbelicht
- zijn overbelicht
diversen
- overbelicht!
- overbelicht!
- overbelicht
- overbelichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für overbelichten:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
überbelichten | overbelichten |
Computerübersetzung von Drittern: