Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. opruiers:
  2. opruier:


Niederländisch

Detailübersetzungen für opruiers (Niederländisch) ins Deutsch

opruiers:

opruiers [de ~] Nomen, Plural

  1. de opruiers (agitatoren; oproerkraaiers)
    die Aufhetzer; die Agitatoren

Übersetzung Matrix für opruiers:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Agitatoren agitatoren; oproerkraaiers; opruiers
Aufhetzer agitatoren; oproerkraaiers; opruiers agitator; herrieschopper; intrigant; muiter; oproerkraaier; opruier; opstandeling; opstoker; opstokers; rebel; rustverstoorder; stokebrand; stokebranden; stoker; tweedrachtzaaier

Verwandte Wörter für "opruiers":


opruier: