Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. onvriendelijkheid:
  2. onvriendelijk:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onvriendelijkheid (Niederländisch) ins Deutsch

onvriendelijkheid:

onvriendelijkheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de onvriendelijkheid (onhartelijkheid)
    die Unfreundlichkeit; die Kaltherzigkeit

Übersetzung Matrix für onvriendelijkheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Kaltherzigkeit onhartelijkheid; onvriendelijkheid
Unfreundlichkeit onhartelijkheid; onvriendelijkheid

Verwandte Wörter für "onvriendelijkheid":


onvriendelijk:

onvriendelijk Adjektiv

  1. onvriendelijk (onverdraagzaam; onaardig; onhartelijk; onhebbelijk; onwelwillend)
  2. onvriendelijk (bits; pinnig; kattig; )
    scharf; bissig; schnippisch
  3. onvriendelijk (onhebbelijk)
    unfreundlich; grob; taktlos; unmanierlich

Übersetzung Matrix für onvriendelijk:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bissig bits; kattig; onvriendelijk; pinnig; snauwerig; snibbig; spinnig; vinnig bijtend; bits; bitter teleurgesteld; fel; hanig; inbijtend; invretend; inwerkend; kattig; meedogenloos; met sarcasme; pinnig; rekelachtig; sarcastisch; scherp; snibbig; spinnig; verbitterd; vinnig; vlijmend; wreed
grob onhebbelijk; onvriendelijk aanmatigend; afgedempt; banaal; barbaars; beestachtig; bot; brutaal; bruut; dierlijk; dorps; gedempt; godgeklaagd; grof; grofgebouwd; hard; hardhandig; heftig; hemeltergend; honds; hondsbrutaal; inhumaan; krukkig; laag-bij-de-grond; log; lomp; meedogenloos; monsterlijk; niet helder; onbeheerst; onbeholpen; onbehouwen; onbeschaafd; onbeschaamd; onbeschoft; onduidelijk; ongegeneerd; ongepast; onhandig; onheus; onkies; onmenselijk; onopgevoed; onsierlijk van gedaante; onstuimig; onvertogen; onzacht; plat; platvloers; plomp; respectloos; ruw; schunnig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; ten hemel schreiend; triviaal; vaag; verkeerd; verregaand; vervaagd; vrijpostig; vunzig; weggezakt in het geheugen; wreed; zeer ergerlijk
nicht nett onaardig; onhartelijk; onhebbelijk; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwelwillend
scharf bits; kattig; onvriendelijk; pinnig; snauwerig; snibbig; spinnig; vinnig agressief; barbaars; beestachtig; bijtend; bijterig; brandend; bruut; fel; felle; fonkelend; geducht; gekruid; gepeperd; gewelddadig; gloeiend; goed snijdend; hanig; hartig; heet; heftig; hel; hevig; in hoge mate; inbijtend; inhumaan; invretend; inwerkend; kruidig; messcherp; met sarcasme; monsterlijk; onbeheerst; onmenselijk; onstuimig; pikant; pinnig; pittig; sarcastisch; scherp; scherp van smaak; scherpgerand; smaak prikkelend; snibbig; vinnig; vlijmend; vlijmscherp; vurig; warm; wreed
schnippisch bits; kattig; onvriendelijk; pinnig; snauwerig; snibbig; spinnig; vinnig bitter teleurgesteld; verbitterd
taktlos onhebbelijk; onvriendelijk amoreel; boers; brutaal; hondsbrutaal; hufterig; immoreel; indiscreet; krukkig; lomp; onbeholpen; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbescheiden; onbeschoft; ongemanierd; onhandig; onhoffelijk; ontactisch; onzedelijk; onzedig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; tactloos; vrijpostig; zedeloos
unfreundlich onaardig; onhartelijk; onhebbelijk; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwelwillend onbereidwillig; ongedienstig; onheus; onwelwillend
unhöflich onaardig; onhartelijk; onhebbelijk; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwelwillend boers; bot; brutaal; hondsbrutaal; hufterig; lomp; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschoft; ongemanierd; onhoffelijk; onopgevoed; vrijpostig
unmanierlich onhebbelijk; onvriendelijk brutaal; hondsbrutaal; onbeleefd; ongemanierd; vlegelachtig; vrijpostig

Verwandte Wörter für "onvriendelijk":

  • onvriendelijkheid, onvriendelijker, onvriendelijkere, onvriendelijkst, onvriendelijkste, onvriendelijke

Wiktionary Übersetzungen für onvriendelijk:


Cross Translation:
FromToVia
onvriendelijk brummig; unwirsch; unfreundlich bougon — (familier, fr) Qui a tendance à bougonner.
onvriendelijk brummig; unwirsch; unfreundlich grognon — Qui grogner. — usage N’a pas de féminin quand il s’applique aux personnes.
onvriendelijk düster; schlechtgelaunt; widerwärtig; unangenehm; brummig; unwirsch; unfreundlich; langweilig; öde maussade — D’humeur chagrin ; sombre ; ombrageux ; morose ; renfrogné.
onvriendelijk brummig; unwirsch; unfreundlich quinteux — Qui est fantasque, qui est sujet à des quintes, à des accès de mauvaise humeur.