Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. onverstoorbaarheid:
  2. onverstoorbaar:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onverstoorbaarheid (Niederländisch) ins Deutsch

onverstoorbaarheid:

onverstoorbaarheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de onverstoorbaarheid (gelijkmoedigheid; gelijkmatigheid; kalmte)
    die Gelassenheit; der Gleichmut

Übersetzung Matrix für onverstoorbaarheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Gelassenheit gelijkmatigheid; gelijkmoedigheid; kalmte; onverstoorbaarheid bedaardheid; berusting; geduld; gelatenheid; gemak; kalmheid; kalmte; lijdzaamheid; rust; rustigheid; vrede
Gleichmut gelijkmatigheid; gelijkmoedigheid; kalmte; onverstoorbaarheid

Verwandte Wörter für "onverstoorbaarheid":


onverstoorbaarheid form of onverstoorbaar:

onverstoorbaar Adjektiv

  1. onverstoorbaar

Übersetzung Matrix für onverstoorbaar:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
unbewegt onverstoorbaar bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; koelbloedig; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbewogen; ongebruikt; ongeopend; onverschillig; onverzwakt; rustig; sereen
unerschütterlich onverstoorbaar ferm; fiks; flink; houterig; koelbloedig; onbewogen; onverschillig; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; stevig; stijf; stijve; stram; stroef; vasthoudend; volhardend

Verwandte Wörter für "onverstoorbaar":