Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->übersetze onbescheidenheid

übersetze onbescheidenheid von Niederländische ins Deutsch

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

onbescheidenheid:
- Indiskretion; Unbescheidenheit
onbescheiden:
- unverschämt; unbescheiden; indiskret; taktlos
Wiktionary:
- onbescheiden → unanständig

Niederländisch

Detailübersetzungen für onbescheidenheid (Niederländisch) ins Deutsch

onbescheidenheid:

onbescheidenheid [de ~ (v)] Nomen

de onbescheidenheid (indiscretie)
die Indiskretion; die Unbescheidenheit
- Indiskretion [die ~] Nomen
- Unbescheidenheit [die ~] Nomen

Übersetzung Matrix für onbescheidenheid:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Indiskretion	indiscretie; onbescheidenheid	inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; onwelvoeglijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing
Unbescheidenheit	indiscretie; onbescheidenheid

Verwandte Wörter für "onbescheidenheid":

onbescheidenheden, onbescheiden

onbescheiden:

onbescheiden Adjektiv

onbescheiden (indiscreet)
unverschämt; unbescheiden; indiskret; taktlos
- unverschämt Adjektiv
- unbescheiden Adjektiv
- indiskret Adjektiv
- taktlos Adjektiv

Übersetzung Matrix für onbescheiden:

Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
indiskret	indiscreet; onbescheiden	babbelachtig; babbelziek; flapuit; indiscreet; kletserig; kletsgraag; loslippig; mededeelzaam; onbehoorlijk; onbeleefd; onfatsoenlijk; ongehoord; ongemanierd; ongepast; onkies; onpassend; onvertogen; onwelgevoegelijk; praatgraag; praatziek; spraakzaam; verkeerd
taktlos	indiscreet; onbescheiden	amoreel; boers; brutaal; hondsbrutaal; hufterig; immoreel; krukkig; lomp; onbeholpen; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschoft; ongemanierd; onhandig; onhebbelijk; onhoffelijk; ontactisch; onvriendelijk; onzedelijk; onzedig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; tactloos; vrijpostig; zedeloos
unbescheiden	indiscreet; onbescheiden	aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos
unverschämt	indiscreet; onbescheiden	aanmatigend; beledigend; boers; brutaal; hondsbrutaal; hufterig; lomp; niet beschroomd; onbedeesd; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschaamd; onbeschoft; onbeschroomd; onbetamelijk; onfatsoenlijk; ongegeneerd; ongehoord; ongemanierd; ongepast; onhoffelijk; onwelvoegelijk; respectloos; schandalig; schandelijk; stoutmoedig; verfoeilijk; vrijmoedig; vrijpostig

Verwandte Wörter für "onbescheiden":

onbescheidenheid

Wiktionary Übersetzungen für onbescheiden:

Cross Translation:

From	To	Via
• onbescheiden	→ unanständig	↔ immodest — lacking modesty