Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. onberijdbaar:
  2. berijdbaar:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onberijdbaar (Niederländisch) ins Deutsch

onberijdbaar:

onberijdbaar Adjektiv

  1. onberijdbaar (onbegaanbaar; ontoegankelijk)

Übersetzung Matrix für onberijdbaar:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
unbefahrbar onbegaanbaar; onberijdbaar; ontoegankelijk grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
unzugänglich onbegaanbaar; onberijdbaar; ontoegankelijk moeilijk begaanbaar; ongenaakbaar

Verwandte Wörter für "onberijdbaar":


berijdbaar:

berijdbaar Adjektiv

  1. berijdbaar
    fahrbar

Übersetzung Matrix für berijdbaar:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fahrbar berijdbaar begaanbaar; bereikbaar; bevaarbaar; toegankelijk; transportabel; transporteerbaar; verplaatsbaar; vervoerbaar

Verwandte Wörter für "berijdbaar":