Niederländisch
Detailübersetzungen für omlaaghelpen (Niederländisch) ins Deutsch
omlaaghelpen:
-
omlaaghelpen
herunterhelfen; hinunterhelfen-
herunterhelfen Verb (helfe herunter, hilfst herunter, hilft herunter, half herunter, halft herunter, heruntergeholfen)
-
hinunterhelfen Verb
-
Konjugationen für omlaaghelpen:
o.t.t.
- help omlaag
- helpt omlaag
- helpt omlaag
- helpen omlaag
- helpen omlaag
- helpen omlaag
o.v.t.
- hielp omlaag
- hielp omlaag
- hielp omlaag
- hielpen omlaag
- hielpen omlaag
- hielpen omlaag
v.t.t.
- ben omlaaggeholpen
- bent omlaaggeholpen
- is omlaaggeholpen
- zijn omlaaggeholpen
- zijn omlaaggeholpen
- zijn omlaaggeholpen
v.v.t.
- was omlaaggeholpen
- was omlaaggeholpen
- was omlaaggeholpen
- waren omlaaggeholpen
- waren omlaaggeholpen
- waren omlaaggeholpen
o.t.t.t.
- zal omlaaghelpen
- zult omlaaghelpen
- zal omlaaghelpen
- zullen omlaaghelpen
- zullen omlaaghelpen
- zullen omlaaghelpen
o.v.t.t.
- zou omlaaghelpen
- zou omlaaghelpen
- zou omlaaghelpen
- zouden omlaaghelpen
- zouden omlaaghelpen
- zouden omlaaghelpen
en verder
- heb omlaaggeholpen
- hebt omlaaggeholpen
- heeft omlaaggeholpen
- hebben omlaaggeholpen
- hebben omlaaggeholpen
- hebben omlaaggeholpen
diversen
- help omlaag!
- helpt omlaag!
- omlaaggeholpen
- omlaaghelpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für omlaaghelpen:
| Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
| herunterhelfen | omlaaghelpen | eraf helpen; helpen afstappen; naar beneden helpen; omlaag helpen |
| hinunterhelfen | omlaaghelpen | eraf helpen; helpen afstappen; naar beneden helpen; omlaag helpen |