Niederländisch
Detailübersetzungen für omhoogsnellen (Niederländisch) ins Deutsch
omhoogsnellen:
-
omhoogsnellen (omhoogrennen)
hochschnellen-
hochschnellen Verb (schnelle hoch, schnellst hoch, schnellt hoch, schnellte hoch, schnelltet hoch, hochgeschnellt)
-
Konjugationen für omhoogsnellen:
o.t.t.
- snel omhoog
- snelt omhoog
- snelt omhoog
- snellen omhoog
- snellen omhoog
- snellen omhoog
o.v.t.
- snelde omhoog
- snelde omhoog
- snelde omhoog
- snelden omhoog
- snelden omhoog
- snelden omhoog
v.t.t.
- ben omhooggesneld
- bent omhooggesneld
- is omhooggesneld
- zijn omhooggesneld
- zijn omhooggesneld
- zijn omhooggesneld
v.v.t.
- was omhooggesneld
- was omhooggesneld
- was omhooggesneld
- waren omhooggesneld
- waren omhooggesneld
- waren omhooggesneld
o.t.t.t.
- zal omhoogsnellen
- zult omhoogsnellen
- zal omhoogsnellen
- zullen omhoogsnellen
- zullen omhoogsnellen
- zullen omhoogsnellen
o.v.t.t.
- zou omhoogsnellen
- zou omhoogsnellen
- zou omhoogsnellen
- zouden omhoogsnellen
- zouden omhoogsnellen
- zouden omhoogsnellen
diversen
- snel omhoog!
- snelt omhoog!
- omhooggesneld
- omhoogsnellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für omhoogsnellen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
hochschnellen | omhoogrennen; omhoogsnellen | omhoogschieten; opveren |
Computerübersetzung von Drittern: