Niederländisch
Detailübersetzungen für meeprofiteren (Niederländisch) ins Deutsch
meeprofiteren:
meeprofiteren Verb (profiteer mee, profiteert mee, profiteerde mee, profiteerden mee, meegeprofiteerd)
-
meeprofiteren
mitprofitieren-
mitprofitieren Verb (profitiere mit, profitierst mit, profitiert mit, profitierte mit, profitiertet mit, mitprofitier)
-
Konjugationen für meeprofiteren:
o.t.t.
- profiteer mee
- profiteert mee
- profiteert mee
- profiteren mee
- profiteren mee
- profiteren mee
o.v.t.
- profiteerde mee
- profiteerde mee
- profiteerde mee
- profiteerden mee
- profiteerden mee
- profiteerden mee
v.t.t.
- heb meegeprofiteerd
- hebt meegeprofiteerd
- heeft meegeprofiteerd
- hebben meegeprofiteerd
- hebben meegeprofiteerd
- hebben meegeprofiteerd
v.v.t.
- had meegeprofiteerd
- had meegeprofiteerd
- had meegeprofiteerd
- hadden meegeprofiteerd
- hadden meegeprofiteerd
- hadden meegeprofiteerd
o.t.t.t.
- zal meeprofiteren
- zult meeprofiteren
- zal meeprofiteren
- zullen meeprofiteren
- zullen meeprofiteren
- zullen meeprofiteren
o.v.t.t.
- zou meeprofiteren
- zou meeprofiteren
- zou meeprofiteren
- zouden meeprofiteren
- zouden meeprofiteren
- zouden meeprofiteren
diversen
- profiteer mee!
- profiteert mee!
- meegeprofiteerd
- meeprofiterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für meeprofiteren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
mitprofitieren | meeprofiteren |